de oude dame






Hoe ging dat nou, met dat busje? Je zit op je werk, kan even niet verder en kijkt wat rond op het intranet. Daar tref je een advertentie aan voor een T2-busje.
dit was de eerste kennismaking

Met oude auto's had ik al wel wat (er staat zo'n luchtgekoeld Italiaantje in de schuur) en m'n dochter en schoonzoon zijn helemaal weg van een camper... Dus: op naar de collega, en een dag later zijn we een busje rijker... Dat busje heeft dan al wat last van jeugdpuistjes want in de jaren zeventig heeft een nare meneer er gaatjes in geboord om er een strip op te schroeven. Die jeugdpuistjes worden langzaam maar zeker gezwelletjes... Als dan de bus ook nog een hele winter sneeuw staat te happen hebben we zoiets van "zij zou eigenlijk binnen moeten slapen".

Nou treft het: in het clubblad van de plaatselijke klassiekerclub wordt voor een heel redelijk bedrag een stallingsruimte aangeboden. In een koelcel nog wel, handig tegen verder bederf



In die koelcel vriest het niet meer, wordt het niet warm en is het droog. Maar je kan er niet aan de bus klussen. Dat moet in een andere loods. En dus verhuist het busje in het begin van februari naar die andere plek en nemen we de schuurmachine ter hand. De rauhfaser-verf moet er af, het dak moet glad! Ik heb het afgelopen jaar dat dak al een aantal malen met de bezem  schoongemaakt, maar even buiten en het is weer zwart. Kijk maar naar het oppervlak:

Dus: we gaan uren schuren... Dat heeft het resultaat dat je hier onder ziet. O ja, natuurlijk eerst ontvetten met wasbenzine!

Na het schuren weer ontvetten, en dan een laagje primer er op, want het ziet er naar uit dat de gelcoat van het dak hier en daar is verdwenen. Maar daar wordt het al beter van, het dak wordt wit. Achter in het dak zitten vier schroeven die er niet thuis horen. Die gaan er uit en de gaten worden dicht gemaakt: polyester-hars en een glasvezelmatje doen - in combinatie met wat plamuur hun dichtende werk.
Na die eerste laag gaat de schuurmachine weer aan, wordt er afgestoft en komt de eerste laag mono-urethanelak van Epifanes er op. Had die lak nooit gedacht: gemaakt voor een boot, maar zit op een bus. Om te voorkomen dat het roestige bruin gelakte plaatwerk wit gespikkeld wordt (die rollers spetteren altijd zo), wordt de dame van een doorkijkrokje voorzien:


Dan gaan we een zaterdagje schuren, afstoffen en weer lakken: de tweede laag hoogglanzende mono-urethane lak wordt aangebracht. Dat heeft een glanzend effect:


Als we een week later weer komen staat de ouwe dame in een stikdonkere schuur achter 10 of 20 ton winterpeen, die wacht op transport naar het vaderland van de bus. Al snel wordt de weg vrij gemaakt, en kan de bus het daglicht weer zien. Vandaag gaat ze naar een andere plek, waar in elk geval het voorraam vervangen zal worden. Dat is wel nodig, want dat raam heeft een merkwaardige afwijking:




Dus: het raam er uit. Hoe je dat doet? In mijn geval het rubber doorsnijden en dan vanuit de stoel met je voeten het raam er uit   drukken. Wat je dan ziet... roest natuurlijk! Met extra ventilatiegaatjes
roest...
Dat wordt dus lassen... Ondertussen breng ik bijna de hele dag onder de bus door: de oude roestwerende laag moet er af, in elk geval waar deze los zit, want daar heeft die laag geen positieve functie meer. Alleen maar narigheid komt daar van: vocht kruipt tussen de laag en het metaal van de busbodem, en dat is een wedstrijd die de bodem te allen tijde gaat verliezen. Dus: krabben aan je auto terwijl het niet vriest.



het "hoekje" van de dash...
Over het algemeen valt de staat van die bodem heel erg mee: nergens is ze doorgeroest. Wel enkele roestplekken in de rechter wielkast en op het bekende plekje voor aan de bus: waar het front is bevestigd. Daar is ooit al eens eerder gelast.
Zo, de raamrand is weer compleet, de spontane ventilatiegaatjes zijn gedicht. ook een hoekje dash is aangepakt, dat was ook "verdwenen"... Bumpers en velgen zijn mee naar huis voor een nieuw verfje.





Natuurlijk moet er ook weer ruimte komen in de garage thuis. En dus heb ik na het spuiten de bumper maar weer meegenomen naar de bus en die er - voorzien van een geheel nieuw rubber - weer opgezet. Da's meteen een heel ander gezicht, want wij vonden het goud helemaal fout! Het pastelweiss (L90D) staat erg mooi bij de bruine kleur en steekt heel subtiel af bij het heldere wit van het dak.
Het voorraam zit er weer in, met een raamrubber met een iets langere lip, zodat de naad van het front is afgedekt. Ook het dashboard is weer netjes, de weggeroeste plek is netjes opgevuld en weer zwart. De wielen hebben nu allemaal een zilveren kleurtje (die waren ook goud gespoten, net als het grilletje). Binnenkort gaan we weer verder, nu moet eerst het bootje even te water (dat glimt namelijk zo erg, dat je er bijna door verblind wordt). De grill moet nog gespoten worden, die wordt in elk geval voorlopig ook wit (en later misschien wel dezelfde kleur als de bus).
    Wat er verder gebeurt met de restauratie leest u op de volgende pagina.

 Naar "La douce France", 27 mei 2014 tot en met 13 juni 2014



De gereden route: Lelystad-De Panne-Cayeux-sur-Mer - Criel-sur-Mer - Fiquefleur-Equinville - Orvillers-Sorel - Le Nouvion en Thierache - Bomal - Hoensbroek - Lelystad.

Afstand: 1.711 kilometer.

De route zoals die op de kaart is weergegeven is bij benadering: we hebben vaak andere wegen bereden.


Tja, dan heb je een bus, dus wat doe je? Je gaat er een keer mee op vakantie. Dat betekent de bus inpakken met allerlei bagage, voorraad voor onderweg, een tent en een luifel. Op naar Frankrijk... Bij Antwerpen drijven we voor de stroom langs de stad. Als dat alle regen deze vakantie is, doen we het er voor, als we steeds dit weer hebben, lossen we op in het vele, vele, vele water... De snelweg staat blank! Maar: uiteindelijk stopt die eerste etappe bij De Panne, op een camping met de bijzondere naam "Kindervreugd". Waarom die naam? Plopsaland ligt om de hoek. Wij parkeren de bus...
Leuke camping, goed verzorgd!



Hier staat de luifel nog met twee "pootjes" er onder. Dat zal al snel veranderen, want dat zwembad voor de deur is het ook niet helemaal...

We kijken de volgende dag nog eens even rond langs de kust en het is waar wat die meneer zei: ze hoeven alleen maar schotten tussen de flats te zetten als het hoog water wordt, een dijk hebben ze daar niet nodig!

De volgende dag gaat de reis dus verder, we komen in Frankrijk aan. Het is zwaar bewolkt, maar wel droog. Nog maar net over de grens, en dan heb je dit mooie uitzicht!

Op de horizon ligt Good Old England, het water wat je daar ziet is het Kanaal, of wel La Manche, zoals de Fransen zeggen. Maar de reis gaat verder, verder naar het zuiden. We stoppen in Cayeux sur Mer. Opnieuw een mooie camping, vlak bij een vuurtoren.

Het strand is ook vlak bij, en nogal steenachtig van aard. Loopt heel lastig, maar is eigenlijk best mooi om te zien. Kijk maar!



vele, vele steentjes in allerlei kleuren...

In Cayeux blijven we twee dagen staan, de camping is mooi, en het stadje op zo'n twee kilometer wandelen ook. We eten er 's avonds en gaan op zoek naar tweezijdig plakband en een verloopstekker. Die Fransen hebben rare stopcontacten op de camping, daar past onze CEE-stekker niet op. Later ontdekken we dat we een verloop in de bus hebben liggen... Tja, hoe dom kan je zijn? Het dubbelzijde tape hebben we nodig omdat de isolatiefolie van het hefdak loslaat. Dat is er door de vorige eigenaar op geplakt, vanwege de kou. Na wat gezoek vinden we inderdaad ruban double, en het plakken kan beginnen.

Op 31 mei 2014 rijden we weer verder. Nou ja, verder... Ver komen we niet, want pech is ons deel. Ratelend rijden we de parkeerplaats van E. Leclerc op, en stallen daar de bus: zo kunnen we niet verder. Sinds een steile afdaling waarbij af en toe flink geremd moest worden ratelt de aandrijving van de oude dame. We bellen met de KNAC in Nederland, en die zal het een en ander regelen. Het is half elf. In de loop van de middag nog maar eens gebeld, en om half zes (!!!) komt de dépannage. Er wordt uitgelegd wat de klacht is (lastig hoor, dat Frans na meer dan tien jaar vakanties in eigen land) en meneer gaat aan de slag. Hij heeft al snel de oorzaak: het wiel zit los. Johan gelooft dat niet zo, maar na het aandraaien en een klein stukje rijden is het geluid wel weg. Meneer Dépannage gaat weer terug en wij gaan verder naar de volgende camping. Die is zo'n twintig kilometer verder in Criel sur Mer. En na tien kilometer: daar is het rateltje weer... Die avond zou de KNAC nog bellen, dus eerst maar naar die camping. Tja, het wordt saai, maar ook deze is heel mooi en goed verzorgd. En het plekje dat we hebben...

Boven op de bult...
 Helemaal boven aan de camping, hoger kan je niet komen, maar dan heb je een prachtig uitzicht. Het is zaterdag als we hier arriveren, en we moeten hier in elk geval tot maandag blijven. Want dat rateltje... Er worden afspraken gemaakt met de KNAC en wij gaan maar doen wat we goed kunnen: Genieten van het moois dat wordt geboden.
Tegenover de camping (beneden aan de bult) loopt de weg, langs de rand van het dal, dat een natuurreservaat is. De klaprozen kleuren het land rood, en een kleine groep runderen wandelt er rond.
Het is er werkelijk prachtig en het landschap nodigt uit tot een wandeling. Die uitnodiging wordt versterkt door het feit dat de kust er een uiterlijk heeft dat heel sterk doet denken aan de witte krijtrotsen van Engeland. Zulke kliffen hebben ze hier ook! Indrukwekkend, die steile, bijna witte wanden van krijt, die vrijwel loodrecht oprijzen uit de zee.





's Avonds is het uitzicht ook bijzonder! Het hele dorp ligt tegen de berg aangeplakt en honderden lichtjes laten zien waar het is. In de spiegel van de bus ziet Johan de vuurtoren van Cayeux sur Mer oplichten: het rode stipje op de horizon is het licht van Cayeux.











Criel sur Mer, nachtzicht.

En maandagochtend, om stipt 9 uur: daar was 'ie weer: de depannage-meneer! Dit keer uit de wereldstad Eu, 10 kilometer terug. En dat was beter dan die van zaterdag: als we toen mee hadden gemoeten, moesten we meer dan zestig kilometer naar het noorden rijden, terwijl we ons doel in het zuiden hadden liggen. Maar goed, meneer depannage...

eerst het papierwerk en de babbel, en dan aan het werk...
Na de nodige formulieren eerst weer de uitleg, en vervolgens een uitgebreide proefrit. We rijden heel wat kilometertjes rond, maar natuurlijk gebeurt er helemaal niets: net een klein jongetje dat naar de tandarts moet. Als 'ie eenmaal op de stoel ligt, voelt 'ie geen pijn meer. Uiteindelijk besluiten we in goed internationaal overleg dat we naar Eu zullen rijden, achter de depannage-wagen aan. Daar komen we in een garage terecht, waar alles wordt nagekeken. Meneer D. wil beslist zeker zijn dat het allemaal goed voor elkaar is, voordat we verder mogen. Dus gaat de bus op de brug, wordt het achterwiel uit elkaar gesloopt, gereinigd en weer in elkaar gezet en volgt een lange proefrit. Geen kik.




We zijn er bijna de hele dag mee bezig, maar ja... Na de proefrit moet uiteraard de rekening betaald worden. We hebben daar enkele uren doorgebracht, er zijn twee mannen mee bezig geweest, dus dat zal wel een flinke hap uit hetvakantiebudget worden. En ja hoor: € 48,--. Hoeveel? Ja echt: € 48,--!
(weet je wel dat we pas aan het begin van de vakantie zitten?)
Het busje brengt ons na de garage verder. Het is de bedoeling dat we zullen overnachten in Etretat, maar de camping daar heeft nog het meeste weg van een camperplaats voor "diepvrieskisten". Daar hebben we geen zin in, we draaien de Oude Dame om en rijden terug naar Les Loges, waar we een mooie camping vinden. Daar strijken we - na alle wederwaardigheden van de afgelopen dagen - neer om te genieten van wat rust, weinig zon, een beetje regen, een stil dorp waar je leuk kunt wandelen en wat al dies meer zij. We ontdekken hoe het zaad van koolzaad er nu eigenlijk van dichtbij uit ziet en bekijken een fraaie kerk. Heel aardig is dat in één van de gebrandschilderde ramen een afbeelding van de kerk staat.

Op deze plek staat al sinds 1159 een kerk, maar dit exemplaar is wat jonger, deze stamt uit de zestiende eeuw, echt renaissance dus. Althans, dat geldt voor het schip van de kerk, andere delen zijn jonger.
Maar hij is mooi, dat moet gezegd.














De camping (L'Aiguille Creuse, de holle naald) is fraai aangelegd, met ruime plekken tussen heggen: je hebt daardoor erg veel privacy. Zo stond de oude dame er bij.


De luifel heeft inmiddels een derde "pootje" gekregen, opdat die minder water zal bevatten na een regenbui. Want dat hadden we toch af en toe: een regenbui, en bewolkte lucht. Geen probleem hoor, ons maak je niet gek met het weer. Maarre... hier scheen de zon!





Op 4 juni verwijderen we het zwembad dat gedurende de nacht op de luifel is gefabriekt, we pakken de meuk in en gaan weer rijden. Ons doel is nog steeds Normandië, maar we hebben gehoord dat er een meneer uit Amerika èn een meneer uit Rusland ronddolen. Die hebben samen iets te vieren: 70 jaar geleden was de invasie en alle campings hebben nu ook een invasie (en geen plek voor een oude dame met daarin twee domme Nederlandse toeristjes). Oboetin en Poebama verhinderden zo ons snode plan om de invasiestranden eens te  gaan bekijken. Toch rijden we die kant op want een vriend van ons uit Belgie heeft verteld dat Honfleur een erg mooie plek is, waar je ook goed met de camper kunt staan. Niet dat je in die stad zelf moet zijn om te kamperen, maar in de nabijheid is een leuke mogelijkheid. Daar rijden we naar toe en het treft enorm: het regent dat het giet als we die hoge brug over de monding van de Seine moeten trotseren: de Pont de Normandie. Dat levert wel een apart plaatje op, door Marion gemaakt terwijl Johan de Oude Dame de brug op dirigeerde.


Onze buskabouter keek angstig mee, die brug is akelig hoog!










Om bang van te worden, zo "iel" is die brug! Kijk maar.


Pont de Normandie over de monding van de Seine

Na die enge, hoge brug kwamen we - rijdend langs een klein dorpje - op de camping aan. Die zag er leuk uit en we kregen een aardige plaats, die we echter maar voor een deel konden gebruiken. Iemand had in de stromende regen geprobeerd volgas de plek te verlaten met de auto en had daarmee een paar grote sporen in het gras getrokken. En omdat een campingbaas altijd de kost met het gras moet verdienen, was er gezaaid en daar mochten we natuurlijk niet komen. Maar: de plek was groot genoeg, we hadden ruimte zat.

Bij iedere camping in Frankrijk staat zo'n bord. handig, dan weet je waar je aan toe bent, wat de plattegrond van de camping is en wat je er allemaal wel en niet kunt krijgen.





Op de camping was ook nog een soort van bungalow te huur. We hebben er een plaatje van gemaakt vanwege de dakbedekking, die in die streek van Frankrijk traditioneel is. Het geeft een heel bijzondere aanblik: een rieten dak waar planten op groeien....
regenplassen op het weggetje... plantjes op het dak.



Ook hier hebben we twee nachten gestaan. De eerste dag was nogal regenachtig, afgewisseld met felle opklaringen, de tweede dag deed de zon het beter. Met gevaar voor eigen leven hebben we een wandelingetje gemaakt naar dat dorpje waar we langs zijn gereden op de heenweg. Dat heeft namelijk een mooi kerkje en we hoopten dat te kunnen bezichtigen. En dan aansluitend een pintje vatten, want per slot van rekening is het toch vakantie, nietwaar? Nou, vergeet het maar! Dit is het kerkje:

De deur op slot en de kroeg gesloten, wat een arremoe is dat dan toch! Dus maar weer terug gelopen naar de camping en daar bij de bus een eigen uit Nederland geïmporteerd drankje genomen...
Dat was niet de bedoeling, maar soms gaat het zo in 't leven...

Ik had al aangegeven dat de toegang tot Normandië wegens D-Day zo goed als afgesloten was. Die Amerikaan en die Rus liepen ons zogezegd voor de voeten. Omdat rechtsaf dus niet zo'n heel goed plan was hebben we besloten om dan maar een bocht naar links te maken, in de richting van ons eigen kikkerlandje. Dat betekende een route uitzetten en maar eens kijken waar je dan terecht komt. We hebben de weg waaraan de camping ligt vervolgd, en zijn op enig moment in de richting van Parijs gereden. Maar: steeds over de binnenwegen. Daartoe hadden we op de routeplanner de optie "geen snelwegen" ingesteld, en dat leverde af en toe mooie landschappen op. Maar ook hele stapels rotondes, tjonge jonge jonge, die Fransen kunnen er wat van. Je zou er duizelig van worden... Maar uiteindelijk lukt het allemaal, en we komen op een camping in Orvillers-Sorel, vlak bij een kasteel. Daar bouwen we een plekje onder een grote boom (vanwege de schaduw, het is behoorlijk warm). We hebben er een babbel met een van de fysio-therapeuten van een team dat meedoet aan de ROPA-run. Zij is ook op zoek naar zo'n historisch vakantie-voertuig. Tja, zo'n busje levert wel eens een babbel op...
Die camping is trouwens wat vergane glorie: oud sanitair, een bekrompen ruimte voor de afwas, je wordt er niet echt blij van. De aankomst is ook vreemd: er is niemand, de receptie is gesloten, het is meer een kwestie van "zoek maar uit".
De buren (een bejaard Frans stel) hebben hun auto een eindje van de caravan af gezet, want in de boom waaronder hun onderkomen is geplaatst zit het tjokvol met maretak. En dan leidt tot een kleverige afzetting op het voertuig, die door deze mensen niet zo erg gewaardeerd wordt.
Nog een aardigheid: om omstreeks drie uur rijdt er een Nederlandse auto het terrein op, uiteraard  met een caravan. Een tijdje later komt er nog een, en nog een, en nog een, en... Juist ja, het miegelt van de "Ollanders", die kennelijk allemaal op doorreis zijn en die vlak voor Parijs maar even stoppen voor "het grote avontuur" (rijden op de Periphérique) begint. We blijven twee nachten en genieten van de rust en de zon.

Op 8 juni gaan we verder, maar eerst nog even een plaatje van een busje voor een kasteel...

de bus voor kasteel Sorel.













We rijden door en komen in Le Nouvion en Thierache. Hier is de goedkoopste en ook de mooiste camping van de hele vakantie, een "Municipal" van slechts € 13,-- per nacht... De camping ligt tegen La Lac de Condée aan, een meertje op een mooie plek aan de bosrand. Je kunt daar ezeltje rijden en diverse leuke spelletjes doen, waterfietsen, erg leuk voor mensen met kinderen. Vooral de mensen uit de omgeving maken hier gebruik van.

Op die camping staat een boompje...


Dat boompje zit vol met maretak, maar een druïde met een gouden sikkel hebben we eigenlijk niet gezien. We hebben er wel aardige weersomstandigheden meegemaakt, die ons er toe hebben gebracht om midden in de nacht het warme bedje boven te verlaten en het dak te sluiten. Oei, oei, wat ging het tekeer, wat regende en donderde het hard. We hebben er wel van geleerd dat het handig is om even een raampje open te hebben als je het dak gaat sluiten (dan kan de lucht gemakkelijker weg en is het eenvoudiger het dak te sluiten). Het begon 's middags al, de lucht zag er "een beetje" dreigend uit...


Tussen de buien door hebben we ons met het busje naar La Nouvion begeven om er een heerlijke pizza te verorberen. Met het busje, want het regende nog steeds. Toch handig hoor, zo'n handzaam campertje.
  
Vanuit La Nouvion en Thiérache gaat de reis verder naar het noorden. Eerst nog even wat voorraad in slaan, waaronder een plaatselijk kaasje, maroilles, dat overheerlijk blijkt te smaken.
We zouden aanvankelijk naar een camping in de buurt van Namen gaan, maar dat wordt uiteindelijk toch een andere plek. We arriveren in een alleraardigst dorp aan de Ourthe: Bomal. Daar worden we op Camping International in keurig Nederlands aangesproken door de eigenaar, die een aantal jaren geleden het drukke en volle Nederland is ontvlucht voor een meer ontspannen Belgisch bestaan. We krijgen een mooie plek aan de rivier, vlak bij het spoorlijntje.

Het mooie plekje aan de Ourthe

We bouwen "het spul" weer op en besluiten dat we ook hier een tweede nacht zullen doorbrengen. Bij de receptie vernemen we over de werkwijze van de ANWB inzake de campinggids (niet zo heel erg intensief) en de leuke mogelijkheden in de omgeving.
Tijdens het vakantiepintje op het terras hebben we een babbel met andere Nederlandse gasten en ook dat levert weer informatie over de omgeving op. 's Avonds wandelen we - na de maaltijd die we in het restaurant van de camping hebben genoten - langs de Ourthe in de richting van Durbuy. Het eten was perfect!

De volgende dag komt een grote groep kanoërs langs, die meer door de stroom dan door het peddelen voortbewogen worden. Ze hebben er wel zin in! Dan verkennen we het dorp een beetje, nadat er 's ochtends brood bij de bakker is gehaald. Die heeft een fraaie winkel aan de Aisne, die hier bij Bomal in de Ourthe uitkomt. Het heeft de afgelopen tijd flink geregend en dat is aan de stroming goed te zien: het water kolkt door de bedding van het riviertje. We wandelen wat rond, kijken bij het plaatselijke "kasteel" en doen ons tegoed aan een paar biertjes op het terras aan de hoofdstraat van het dorp, waar het een komen en gaan van verkeer is. Maar ja, wat wil je, zo aan de doorgaande weg naar Liège? De afgelopen nacht hebben we nog een keer rechtop in bed gezeten. De hele camping in diepe rust, en ineens... een donderdende knal. Eéntje maar, maar dan wel zo hard dat de hele camping klaarwakker was. Onweer dus... (alweer).

De Aisne
uitzicht vanaf de camping


het "kasteel"
 De bovenstaande foto's zijn ontleend aan

Na al dit soort wederwaardigheden gaan we op weg naar ons eigen Limburg. Het is de bedoeling dat we Liège links laten liggen. Dat lukt heel aardig: als we door Luik rijden over de rechter Maasoever ligt het grootste deel van Luik aan de linkerhand... Het ging dus fout, omdat de reisleider meende op zijn geheugen te kunnen vertrouwen. Nou, na ruim veertig jaar is wel het een en ander veranderd, dus de herkenning is niet meer zo goed... Luik dus, en daarna via de snelweg naar Maastricht? Nou neen hoor, zodra het weer kan verlaten we dat brede asfaltlint naar het noorden en hobbelen we weer over de mooie boerenweggetjes van Noord-Wallonië en Zuid-Nederland (leuk dat noord en zuid zo dicht bij elkaar kunnen liggen).

Zo rijden we ons busje nog bijna te pletter in Sint Geertruid, waar we door een wegomlegging dwars door het dorp moeten en onderweg een enorm gat in de weg tegenkomen, zonder dat daar ook maar enige aanduiding is aangebracht. Maar - bekomen van die enorme schrik - we rijden verder langs Cadier en Keer en komen uiteindelijk in het ons zo vertrouwde Hoensbroek.
je zal maar gestraft worden met zo'n uitzicht...

Daar doen we verslag van onze belevenissen, eten bij Peacock, slapen in de flat en rijden de volgende dag rustig terug naar Lelystad. We hebben een geweldige vakantie gehad!

Deze vakantie hebben we 1.711 kilometers gereden.


Varen met een busje 3 t/m 7 september 2015


Tja, na zo'n dikke week op het water even wat anders, en toch ook weer een soort van op het water. Hoe dat zit...


Eerst even de draad oppakken: we kwamen dus thuis van een vaartocht naar Akkrum en hadden vooraf al bedacht dat je dan wat dagen moet nemen om de spullen op te ruimen, de was te doen en meer van dat soort ongein. O ja, ook voorpret: busje inpakken.


En dan:


donderdag 3 september 2015
Het busje is zo ongeveer wel ingepakt. De tent ligt er in, de watertank is gevuld, het chemisch toilet is aan boord. De kasten zijn volgestouwd met kleding en eten, de koelkast staat op de stroom, kortom: we zijn er helemaal klaar voor. Het is redelijk weer als we wegrijden, op een voor ons welbekende route: van Lelystad richting Assen.
Het einddoel van de reis is de camping in Witterzomer, een dorpje dat tegen Assen aan ligt. Maar voor dat het zover is, moeten we eerst een eindje door mooi Nederland rijden. We komen langs Kuinre (hé, daar vaart een bootje in de Linde), wachten op die malle watersporters bij de Oldelamer Brug (altijd weer die watersporters) en tutteren zo verder in de richting Oosterwolde. Daar kruisen we de Turfroute en rijden verder over de slingerende weg naar Veenhuizen. Dat gebied is werelderfgoed en da's niet voor niets!
Maar we rijden verder en via het circuit van Assen, waar jaarlijks de TT wordt verreden, rijden we achter Baggelhuizen langs, de wijk waar onze kleinzoon met zijn pappa en mamma woont. Vlak langs zijn school gaat het, en even later rijden we de camping op. Na de inschrijving aan de balie kunnen we een plek zoeken op een van de twee voor onze club gereserveerde velden. Want wat gaan we doen? Juist, dit is de najaarsmeeting van de Vriendenclub T2, in de wandelgangen ook wel VCT2 genoemd. Er zullen dus wel meer bussen komen, maar wij zijn de eerste busgekken.
We hebben aan de hand van de plattegrond bepaald waar we de zon morgen op laten komen, en hoe we dan onze bus moeten neerzetten om daarvan zoveel als mogelijk is profijt van te hebben.
Als de bus staat, bouwen we er een tent voor, leggen er wat meuk onder en maken zo een comfortabele plek voor een aantal nachten.

Marion maakt de tafel klaar voor de lunch
Na dit soort werkzaamheden gaan we eens even op inspectie uit, en we ontdekken dat deze enorme camping er verbazingwekkend netjes uitziet: keurig onderhouden, schoon(maar wel wat gedateerd) sanitair en prachtige plekken. Ons veld is rond, met in het midden een leuke speelplek voor de kinderen, en vlak naast ons veld is een heel groot springkussen. ook is er een zwembad, een zwemvijver met een strand en je kunt er eindeloos wandelen (wat we ook zeker gaan doen).


Op één van de velden naast ons is een andere autoclub aanwezig met grote Amerikaanse monsters. Af en toe horen we de motoren hier van brommen, en in de daar geplaatste tent is het een drukte van belang.


Als de avond valt, zijn we nog steeds alleen. We maken het ons gezellig met de lampjes aan de buitenkant van de tent.

lampjes...
We drinken nog een biertje en zitten dom voor ons uit te staren voor het busje (want dat doe je toch, met zo'n voertuig?)






















Vrijdag 4 september 2015
Vandaag verwachten we natuurlijk wel meer bussen. Om de tijd te doden roept Marion ineens dat ze haar gouden oorbel kwijt is. Dat zorgt er voor dat we een uurtje of zo op zoek gaan naar een glinstering tussen de grassprieten, in de put voor het toiletgebouw en in de toiletvoorziening zelf. Onze zoektocht heeft succes: boven op de kast in de bus ligt een eenzame oorbel te wachten op het gaatje waar 'ie in moet.


En dan komt de eerste bus: een heel gezin er in. Er volgen er meer, een doka, een fraaie witte, een groene, een oranje, ach, alle kleuren van de regenboog en wat daar tussen in zit. Na verloop van wat tijd ziet ons veld er ineens kleurrijk uit:




Maar dan is er iets anders: regen...


Na een dag vroegen we ons af of het ooit droog zou worden. Gelukkig hadden we kaplaarzen bij ons, zodat de voetjes droog bleven. De bussen bleven toestromen, evenals het regenwater.
Assen ligt hoog in Drente: aan de randen ligt de provincie op of zelfs onder NAP, maar bij Assen is het elf meter hoog. En dus droog, zou je verwachten. Nou neen hoor, af en toe kwam er een bus met een soort van boeggolf voor zich uit het veld op rijden. Maar het werd wel steeds gevulder, de kleurrijkheid nam toe, begroetingen waren niet van de lucht en het werd steeds gezelliger. Uiteindelijk zag het veld er ongeveer zo uit:


het veld met de bussen en de clubtent




bij de gele bus op de bovenstaande foto begon zich een clustertje te vormen. Een gele bus, een doka, een mooie caravan (Frans en Mireille), een brandweerbus (Guidddo), het werd steeds mooier. Aan onze andere kant kwam uiteindelijk de bus van Lenie en Jansje te staan en daarnaast verscheen een mooie rode bus en het gele Afrika-busje van Marlous en Gerard met hun kinderen en de hond. Enne oh ja, er was ook een T3, van iemand die de tel nog steeds kwijt is (hè Wouth?).


Ondertussen speelden de kinderen op het veld, regen of geen regen. Stijn (twee jaren oud) had er nog geen probleem mee dat 'ie nat werd, en al dat zand aan z'n knuistjes was ook al geen enkel probleem. Zand, daar kan je lekker in liggen...
Tussen de bedrijven door werd de clubtent opgebouwd, volgens het welbekende concept (in onze haven hebben we ook wat van dat soort tenten beschikbaar).


Natuurlijk moest er ook gegeten worden. En wat ook bijzonder was: schoonzoon Wietze en kleinzoon Chris kwamen eens even kijken wat die rare opa en oma uit de polder nou toch weer aan het doen waren. Dat kon gemakkelijk, want ze wonen ergens in Baggelhuizen, de wijk van Assen die tegen de camping aan ligt... Gelukkig had Wietze eerst even gebeld, en Marion had gesuggereerd dat het verstandig was een zwem... oh neen, een paar laarzen aan te trekken gezien de hoeveelheid water. Diezelfdemiddag is Chris helemaal naar de noordpool gereden met onze bus, en vandaar naar Afrika, naar de olifanten en de tijgers, en vervolgens naar China en de zuidpool, kortom: Chris reed de hele wereld rond! En: hij beleefde de meest fantastische avonturen!
Van al die avonturen krijg je natuurlijk een enorme honger! En dus hebben we in het restaurant gezellig gegeten en ook Chris had het helemaal naar zijn zin. Rond een uur of zeven, half acht zijn de beide mannen weer per fiets vertrokken naar hun huis.




's Avonds hebben we met een grote groep gezellig dom in de tent gezeten, met de warmte van de petromax van Fred en wat andere (ook vloeibare) voorzieningen. Gezelligheid alom, en dat ondanks de buien die af en toe naar beneden kwamen. Af en toe gingen er wat versnaperingen rond, de toestand van de wereld werd er besproken, alsmede de afgelopen zomer. Die regen maakte niets uit, we zaten toch onder dak?



T3..                                                                                 



Zaterdag 5 september 2015
De volgende dag werd de club gecompleteerd: iedereen was er, inclusief de regen. Later zou blijken dat dit weekend het natste van de gehele zomer zou worden, maar dat wisten we toen gelukkig nog niet. het maakte ook niet uit, want het met z'n allen daar bezig zijn was leuk. Er werd wat afgebabbeld, en er werd gewandeld, we gingen even "bij de buren" kijken en aan het einde van de middag kregen wij visite...


Ja, echt! Wietze en Chris kwamen weer even poolshoogte nemen. Dit keer vergezeld van moeder Berit, die alles nauwkeurig in de gaten hield.
    Opa heeft het koud, Chris brengt een jas.


En dan.... Dan komt er een gewone auto het terrein op. Een gewone personenauto met daarachter een kar. En in die kar een grill. Ja maar dan moet je ook iets te grillen hebben. En dat was dus het varkentje...





Het even een klusje om 60 kilootjes goed aan het spit te rijgen (er kwam zelfs een vuistje aan te pas), maar het is allemaal wel gelukt. En dan komen de brikettenstarters met gloeiende houtskooltjes... Het varkentje kan aan zijn tienduizend omwentelingen beginnen. Dat levert natuurlijk meteen een sfeertje op, dat begrijp je wel!
Aanvankelijk was het plan dat je kon inschrijven, en daarvoor moest dan een geldbedrag op tafel gelegd worden. Tja, zo'n varkentje kost natuurlijk wel geld. Probleempje: te weinig deelnemers aan het evenement. (Dom natuurlijk van al die mensen die niet kwamen, het was er zo gezellig, en het zou allemaal nog mooier worden). Er werd op hoog niveau overlegd: de secretaris met de voorzitster (die helaas niet kon komen dat weekend), met als resultaat: iedereen mag meedoen! En toen kon het vuur er echt onder, en konden we genieten van een langzaam bruinend varkentje. Een mooi gezicht: langzaam draaiend om zijn as, ook Chris kon er maar niet genoeg van krijgen. Op enig moment werd gevraagd of er ijzerdraad beschikbaar was: ons varkentje dreigde wat uit elkaar te vallen. Gelukkig lag in onze Oude Dame een mooi rolletje ijzerdraad, waarmee dit euvel weer werd opgelost. En wonderlijk: het bleef al die tijd zomaar droog! Er trok wel een bui voorbij, maar dat was buiten ons veld, en het maakte mooie plaatjes mogelijk van een varkentje onder de regenboog. Sinds die tijd geloof ik  niet meer zo in de pot goud aan het einde van de regenboog. Volgens mij draait daar een varkentje aan het spit!



Gelukkig was onze chef-kok in ons midden. Fred had de eer het voortreffelijk bereide beestje aan te snijden. Er waren broodjes, diverse sausjes en een overvloed aan vlees. En uiteraard was er voldoende drinken beschikbaar.
Toen iedereen lekker gegeten had, is het restant verdeeld over een aantal mensen, evenals de broodjes en de sausjes. Het vuur is in een aantal vuurbakken meegenomen naar het cirkeltje van busjes, dat een aantal mensen had gemaakt op het terrein. Daar hebben we met een hele grote groep gezeten onder de luifels die daar gespannen waren, met in ons midden een paar heerlijk brandende vuurtjes. Met het nodige vocht er bij was het gezellig, terwijl de regen af en toe probeerde ons gezellig samenzijn te verstoren. Dat is natuurlijk niet gelukt!


Zondag 6 september 2015
Aan alle leuke dingen lijkt een eind te komen, dus ook aan het weekendje T2. We zagen tenten afgebroken worden, de ping-pongtafel, die zo dapper had dienst gedaan bij de operatie "varkentje" werd weer netjes schoongemaakt, het afval werd weggebracht naar de containers en alles werd voorbereid voor het vertrek. Tenten werden afgebroken en in de zon vertrokken de eerste bussen van het terrein. Uiteindelijk stonden er nog een paar, en ook de rode bus zou vertrekken. Maar... die deed het dus gewoon niet. Dan gaan we die bus toch aanduwen? Eerst van het terrein af, en dan op de weg met een man of vijf "bussie douwen". Dus daar ging het (ik leen even een plaatje van ons voortreffelijke forum). Maar de bus gaf geen krimp, hij vertikte het. 



duwen dus... De gele bus is die van Rondje Afrika.





















Tijdens het duwen maakt ik een geweldige koprol (ik viel), maar ook dat hielp geen zier: de bus weigerde iedere vorm van dienst. Uiteindelijk werd de Wegenwacht gebeld, want ja, men moet wel naar huis. Die is er flink mee bezig geweest: alles werd gecontroleerd, alles nagezien. "Hoe kan dat nou, afgelopen week is 'ie nog in de garage geweest en toen is allen nagezien, de kleppen zijn gesteld,..." Kleppen, daar was nog niet naar gekeken. Er wordt een splinternieuwe afwasteil onder de bus gezet en de kleppendeksels gaan er af (en dat lekt altijd een beetje olie, vandaar die afwasbak). Wat blijkt: het kleppen stellen stond wel op de bon, maar was niet uitgevoerd. Die kleppen stonden gewoon dicht. En dan kan je het wel vergeten! Nadat dit probleem was opgelost deed de bus het weer als een zonnetje.


leeg veld...
"Eenzaam" bleven we uiteindelijk achter: een heel veld voor ons alleen! Iedereen was weer vertrokken, maar onze Oude Dame stond er nog. We hadden al lang bedacht dat we die avond de kookpot zouden ophangen aan de driepoot, voor een lekker maaltje slow-cookin'. Er stond wel een briesje en de temperatuur wilde ook niet helemaal vlotten. Maar daar was wel een oplossing voor: het windscherm. Dus werden er weer wat bouw-activiteiten ontplooid. Het resultaat was er dan ook naar:



We hebben lekker gegeten, nadat ik een mooi vuurtje onder de pot had gestookt. 's Nachts is het spul buiten blijven staan, althans het windscherm en de vuurschaal. En natuurlijk heeft het die nacht ook weer flink geregend, zoals dat het hele weekend wel is gebeurd.


Maandag 7 september 2015
Dus moest alles wat nattig mee naar huis. Omdat we weinig haast hadden (Haast maken we niet, daar hebben we geen tijd voor), kreeg alles de kans om nog een beetje op te drogen, maar de spullen waren toch te nat op zomaar op te bergen. En ook het gras was niet droog, dus de tent opvouwen betekende meteen ook weer dat het ding nat werd. Maar niet getreurd, alles in de bus gepleurd. En thuis alle tentmeuk naar de tuin gebracht. Inmiddels was de zon gaan schijnen, en diezelfde avond nog was alles zo droog dat het opgeborgen kon worden. Helemaal top dus. Op die manier kwam een eind aan een leuk lang weekend T2-plezier.


Het vervolg van deze vakantie vindt plaats op en aan het water. Dat gebeurt met de boot met de rebus, de Beereboot dus.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten