Vaartocht naar het hete noorden (en hoog was het ook...)


Zoals te doen gebruikelijk gaan we ook dit jaar tweemaal met vakantie. De keuze is nu gevallen op een rondje om Drenthe heen, maar dan een wijder rondje dan de voorgaande keer.


Dit is de route geweest: Kampen-Meppel-Hoogeveen-Emmen-Ter Apel-Sellingen-Veelerveen-Scheemda-Appingedam-Winsum-Zoutkamp-Burdaard-Eernewoude-Terherne-Echtenerbrug-Driewegsluis-Steenwijk-Kampen.












Vrijdag 19 augustus 2016
Het is drie dagen voor de 92-ste verjaardag van de schipper z'n moeder. Iedere vaarvakantie in de tweede helft van het seizoen begint op dezelfde wijze: we gaan naar haar verzorgingstehuis en vieren haar verjaardag met de bewoners en de medewerkers, die zo enorm goed voor haar zorgen. Omdat moeder daar geen weet meer van heeft, kunnen we daarna gerust op vakantie gaan.
We vertrekken 's middags na drie uur vanuit onze thuishaven bij Watersportvereniging ZC '37 te Kampen en gaan na een kilometer varen de Ganzensluis door. We hebben de afgelopen weken steeds wat aan boord gebracht, dus alles is aanwezig. Vanuit het Ganzendiep varen we in een gezapig tempo via de Goot en het Scheepvaartgat naar de Aremberger Gracht. Aan het begin van die gracht "nemen" we de tweede sluis op onze vakantie, de Aremberger Sluis. Vlak voor Belt-Schutsloot meren we om de nacht door te brengen. Het is niet druk en we bespreken met elkaar hoe dat vroeger was, toen de schepen kop-aan-komt lagen en vaak ook nog dubbel.


We varen 22,4 km in 2 uur en 42 minuten en verstoken daar 3,9 liter brandstof voor. Op deze eerste dag komen we 2 sluizen tegen.




Zaterdag 20 augustus 2016
Op deze tweede vakantiedag is het de bedoeling dat we een flink eindje in de richting van Emmen varen. We genieten onderweg van het landschap. Bij een zuidwesten windje van een kracht 4 en een temperatuurtje dat je gerust zomers kan noemen varen we oostwaarts. Het is wel zwaar bewolkt, maar aan het eind van de middag komt de zon toch nog even meedoen. Ondertussen nemen we de ene sluis na de andere brug, gaan we steeds verder omhoog, soms met wel zes meters tegelijk. Per slot van rekening is het hoogteverschil tussen Meppel en Emmen zo'n 18 meter! Maar eerst maar even de Beukerssluis, nadat we over de Belter Wiede zijn gevaren. Achter de sluis bakboord uit naar Meppel, onderweg snel het vlaggetje van Drenthe aan de mast en dan op weg naar de Hoogeveensche Vaart. We passeren de sluis van Rogat en de Ossesluis en belanden dan in Echten, waar we een mooi plekje aan de "kade" vinden. Onderzoek wijst uit dat er een restaurant is, vlak daarnaast een benzinestation en aan het andere uiteinde van onze aanlegplek een roeivereniging met een mooi clubgebouw. Daar staat ook de afvalcontainer. De schipper maakt een babbel met de buurvrouw voor ons, die vertelt dat ze uit Duitsland komen, maar altijd in ons land varen. Vandaar dat de thuishaven Wilsum niet het Nederlandse plaatsje aan de boorden van de Gelderse IJssel is, maar de nederzetting in Duitsland.


Vandaag varen we 30,4 kilometer in 4,3 uur. Hiervoor hebben we 5,7 liter diesel nodig. We passeren 3 sluizen.  


Zondag 21 augustus 2016
We varen al jaren met het motto "haast maken we niet, daar hebben we geen tijd voor". Ook nu doen we dat weer. Dat leidt er toe dat we vandaag geen al te grote tocht maken (dat reserveren we voor andere dagen in deze vakantie), want we hebben ooit tegen elkaar gezegd dat Noordsche Schut ons een leuke bestemming lijkt voor een overnachting. Daar is die sluis met dat mooie beeld van de sluiswachter die met een lange "vaarboom" de sluisdeuren opent en sluit (zoals dat vroeger nu eenmaal ging: geen electrische energie, maar de fysieke kracht van de sluiswachter). Maar voordat het zover is, moeten we eerst en vooral langs Hoogeveen. We passeren de plek waar we een voorgaande keer overnachtten en komen in de middagpauze aan bij de Krakeelbrug. Wat zal die brug zijn naam eer hebben aangedaan toen 'ie er pas was. Kijk maar!


Alles aan die brug is krom, gedraaid en vreemd gevormd. Opvallend is dat ons geusje meedoet met dit spel...


We moesten er de hele middagpauze blijven liggen (een gesloten brug is een goede manier om tegengehouden te worden), dus hebben we daar maar geluncht.
Na de lunch konden we verder varen naar Noordsche Schut.
Kennelijk waren de mensen daar blij dat we kwamen: er hingen overal vlaggetjes. Of kwam dat nou vanwege het dorpsfeest dat net was gevierd? Hoe dan ook: we lagen er heel mooi en rustig, je kan er een leuke wandeling maken en er is een leuk centrum met een supermarkt en een warme bakker.


's Avonds is het uitzicht ook heel leuk, zeker als je in de richting van de sluis kijkt. Je hebt dan dit uitzicht.


't Lijkt wel een soort van kerstboom, met al die lampjes.


We varen 10,6 km in 1 uur en 18 minuten en verstoken 1,8 liter diesel. Onderweg hebben we 5 bruggen zien opengaan, en zijn we door 1 sluis gekomen.


Maandag 22 augustus 2016
Op de verjaardag van moeders varen we verder naar het oosten. Vandaag "hoeven" we slechts een sluis, maar wel 14 bruggen. Dat zal betekenen dat de gemiddelde snelheid beslist geen recordsnelheid wordt, maar hoe zat dat ook al weer met die haast? O ja, als we dat hadden, bezaten we een Ferrari. En we beschikken alleen maar over z'n ouwe motorboot die helemaal niet snel wil varen, dus doen we lekker kalmpjes aan. Zo zien we veel moois in ons eigen landje, waarvan we dan wel volop genieten. In de ochtend regent het wat (gisteravond in Noordsche Schut ook al een plensbui te verwerken gekregen), en de zon laat zich vrijwel niet zien. Ook de temperatuur vertoont een dipje en tot overmaat van ramp lukt het ons om exact om twaalf uur in Zwinderen te komen, waar de brugwachter natuurlijk al lang naar huis is, een balletje eten. Dat wordt dus weer een lunch in het zicht van de brug... Na de lunch varen we door. We kijken naar het voorbij glijdende landschap, de huizen langs het kanaal, komen door allerlei dorpjes en belanden tenslotte in Veenoord, waar we op 1,3 kilometer drie bruggen passeren en een aanlegplek zien. Mooi is die plek niet (alle aanlegplekken in dit deel van het kanaal hebben een hoge wand van damwandprofiel met daarnaast een verkeersweg en aan de andere kant van het kanaal ook een verkeersweg). We liggen pal voor het winkelcentrum en dat is wel handig want de voorraden moeten nu al aangevuld worden. We hebben de keuze uit enkele grootgrutters en in ons geval betekent dat de kruidenier met het blauw-witte logo. Het is een "Aha-erlebnis" om te zien dat deze meneer Grootgrut zich hier gevestigd heeft, maar welkom is dat voor ons wel. Maar dat gaan we natuurlijk wel morgen doen! Eerst helpen wij een stel dat met een mooi nieuw schip naarstig op zoek is naar een aanlegplekje. We verkassen een eindje, zodat ze er bij kunnen en we helpen even met het aanpakken van een touwtje. Zo hebben we allemaal een mooi plekje!


We varen 26 kilometer in 2 uur en 54 minuten. Dat kost 4,2 liter brandstof. We passeren 14 bruggen en 1 sluis.


Dinsdag 23 augustus 2016
Na de boodschappen bij meneer Grootgrut gaan we anker op, op weg naar Klazienaveen en het Veenmuseum. Ons plan is om daar nu een keer niet te gaan liggen (we hebben dat mooie museum al eens helemaal bekeken toen we er een hele zondag opgesloten lagen omdat het spoorbrugje dan niet draait), maar door te gaan naar Ter Apel. Dat betekent 30 kilometer varen, 8 sluizen en 21 bruggen verder. En dan tellen we alleen de bruggen die moeten draaien of open moeten gaan, niet de vaste waar we onder door kunnen. Eigenlijk is het bijzonder dat we daar "slechts" 4 uur en een kwartier over doen.
Voor de Oranjesluis in Klazinaveen ligt een flinke hoeveelheid kroos. Dat betekent dus dat we het wierfilter even in de gaten moeten houden! Na die sluis gaat het verder en het is altijd een beetje spannend waar nou precies die Veenvaart zich bevindt. Op een of andere manier lijkt de ingang wel verstopt te zijn en dan ineens staat daar dat bordje dat je stuurboord uit moet. En dan meteen kom je bij die bijzondere sluis: de Spaarsluis. Een ingenieus kunstwerk, dat zo gemaakt is dat men met slechts de helft aan waterverlies een of meer schepen kan schutten. En dan begint zo'n vijf kilometer Koning Willem Alexanderkanaal door een van de laatste stukjes levend hoogveen van ons land. een heel bijzonder landschap ontrolt zich.











Het ziet er prachtig uit, met weelderige plantengroei langs de oevers van het kanaal, mooie vergezichten en af en toe wat van die grote zwerfkeien op de oever.

Dan komen we bij de Koppelsluis: eigenlijk zijn dat twee sluizen achter elkaar, met een verval van 2,50 meter per sluis. Je gaat dus vijf meter naar beneden en dat geeft een heel vreemd uitzicht: als je in de eerste sluis ligt kijk je over de deur naar de tweede, veel lager gelegen sluis en merk je ook dat je boven de brug ligt die over het benedenhoofd van de tweede sluis is aangelegd. Je zou er hoogtevrees van krijgen... Na de Koppelsluis (ook al weer gebouwd om water van het kanaal vast te houden) kom je bij de Trambrug en direct daarna moet je bakboord uit. Je vaart dan in het Scholtenskanaal dat is omzoomd met mooie eiken. Rond half twee varen we het Veenparkkanaal in en verzeilen zo weer in het mooie landschap van het hoogveen.
Vlak voor het Veenmuseum is een bijzonder mooie aanlegplek gemaakt, dat betekent dus dat we er nog wel een keer naar toe zullen gaan... Vandaag gaan we echter verder en we slagen er in om net voor het treintje door de geopende spoorbrug te varen. Onze achterbuurman - die al een tijdje met ons op vaart vanuit Veenoord - lukt dat niet meer, hij moet wachten. Zo gaan we verder in de richting van Oost-Groningen, begeleid door allerlei bruggen en brugwachters op brommertjes die met ons meerijden en zorgen dat we door kunnen varen. In het logboek is dat ook te zien: bij nagenoeg iedere brug is gemeld dat we doorvoeren en dat er geen wachttijd was. Ook de tijd die gemoeid is met het schutten in de sluizen is niet al te lang, maar je komt er wel achter dat het ophoudt. Dat kan ook haast niet anders: twee sluizen op nog geen anderhalve kilometer met tussen die sluizen ook nog twee bruggen (eigenlijk drie, maar hoge vaste bruggen tellen niet mee voor onze statistiek). Zo komen we uiteindelijk aan bij Jachthaven De Runde in Ter Apel, waar we vastmaken in het kanaal aan de drijvende steiger.
Die avond genieten we van een voortreffelijk etentje in het jachthavenrestaurant en van het leuke uitzicht over de jachthaven. We maken een babbel met de havenexploitant die een tevreden indruk maakt, hoewel ook daar van alles is te verbeteren aan gemeentelijk beleid van omliggende gemeenten en aan rare werkwijzen. Het is jammer dat er tussen de gemeenten daar zoveel rivaliteit en gebrekkige samenwerking is: het is een bijzonder mooi vaargebied dat met betere samenwerking veel meer mensen zou trekken. Zo is men begonnen met een experiment voor brugbediening tussen Ter Apel en Bourtange. Waarom alleen daar? Omdat de aangrenzende gemeente niet mee doet... Jammer, gemiste kans!


We varen op deze dag 30,3 kilometer in 4,3 uren en gebruiken 5,8 liter diesel. We passeren 21 bruggen en 8 sluizen. Het havengeld in Ter Apel bedraagt voor ons schip € 7,50 inclusief toeristenbelasting.


Woensdag 24 augustus 2016
De volgende dag moeten de voorraden eerst weer aangevuld worden. We slaan het aanbod af om met het golfkarretje van de haven en de kruidenier (leuk, waar zo'n samenwerking toe kan leiden) boodschappen te gaan doen, wij gaan dus sportief lopen. Leuke wandeling hoor, maar wel wat warm... We doen rustig aan, en om twaalf uur, als het al 32 graden is, vertrekken we vanuit Ter Apel naar het Ruiten-Aakanaal. Daarvoor moet je de Jurjen Terborgbrug door, een zelfbedieningsbrug in de doorgaande verkeersweg.
Het kleine steigertje links op de voorgrond is de riante aanlegplek voor als je de brug moet bedienen. Dus: aanleggen, van boord, de weg oversteken en die grote sleutel in de bedieningskast. Knoppen induwen en de lichten gaan branden, even later klinkt de bel en de slagbomen gaan neer. Volgende knop en de bru... Neen hoor, de brug gaat niet open. Daar sta je dan, alle wegverkeer gestremd, sommige haastige figuren gaan al keren... en dan komt daar die mevrouw, die aardige brugwachter, hulp bieden. Het blijkt dat de schipper te zachtzinnig is geweest: je moet die knop erg stevig induwen, anders gaat de brug  niet open. Na de brug geeft ze ons onze sleutel terug en vertelt dat we ook gebruik kunnen maken van brugbediening door de brugwachters (want hoewel ik daarvan al eerder melding maakte wisten we dat tot nu dus niet). Tot aan Bourtange is er bediening, daarna moeten we zelf weer aan de bak. O ja, het is warm, dus als we eerder willen stoppen is er bij Sellingen een mooie aanlegplek. Wij zijn van plan om door te varen naar Bourtange, maar evengoed wordt ze hartelijk bedankt voor de suggestie en de informatie. Het blijkt dat sprake is van een experiment en wij spreken de hoop uit dat dit blijvend is. Ook voor de mensen mooi die er aan meedoen: het is een project om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weer aan de slag te helpen en deze mevrouw heeft er duidelijk zin in, ze geniet er van om als gastvrouw het de bezoekers zoveel mogelijk naar het zin te maken.



Aanlegplek Sellingen
Na deze onderhoudende babbel varen wij verder en worden dan geconfronteerd met de Bosbrug. Da's een originele naam voor en brug die midden in het bos ligt... Mooi hoor, een vaart die dwars door het bos gaat, een bos dat behoort tot het oudste boscomplex van ons land. Dit keer zijn er geen problemen, en we passeren vrij vlot de brug. Kort daarna komen we bij de Ter Apeler Sluis, waar we weer een eindje omlaag gaan. Tijdens het schutten zien we opnieuw die aardige dame en zetten we ons gesprek gezellig voort. Zo langzamerhand heeft de schipper het wel erg
warm in het stuurhuis, waarvan de ramen niet open kunnen. Af en toe waait er een briesje door de zijkanten naar binnen, maar dat is dan ook de enige verkoeling. Op het laatst is het zo'n 40 graden aan het roer... Ik beleg een "kampvuurtje" met de schipperse en we gaan stoppen bij Sellingen. Bourtange is zeg maar een brug te ver bij deze temperatuur! Samen met de brugdame is er een tweede brugwachter die ons vertelt dat er in het bos nabij Sellingen vroeger door heksen nare dingen zijn uitgehaald. Het kan ons er niet van weerhouden daar toch te gaan liggen. We hebben er inderdaad een mooie ligplaats! Enne... die heksen waren vast net als wij met vakantie!
's Avonds verbazen we ons wel om de ijver van onze oosterburen om milieuvriendelijke elektriciteit op te wekken... Het is een wonderlijk schouwspel van rode knipperlichtjes aan de horizon, waarvan we weten dat die lichtjes vastzitten aan allerlei grote windmolens.



We varen op dit traject 11 kilometer, doen dat in 1 uur en 18 minuten en gebruiken 1,7 liter brandstof. Onderweg passeren we 5 bruggen en 3 sluizen. 


Donderdag 25 augustus 2016
Vandaag schuiven we weer een stukje verder op naar het noorden. We hopen dat het daar wat koeler is, maar niets is minder waar: het zal vandaag nog warmer worden dan gisteren. En dat zal er dan ook toe leiden dat we wat eerder de wal weer aan ons bootje vastknopen. Onderweg genieten we desondanks toch van het mooie landschap. Oost-Groningen is erg mooi! En ook rustig: we hebben het hele kanaal voor ons alleen, inclusief de sluizen en de bruggen. We brengen zo'n 50 minuten door in drie sluizen (die automatische deuren gaan soms tergend langzaam dicht) en dalen alles met elkaar zo'n 3,50 meter af naar het zeeniveau. Af en toe stoeien we onderweg met een te klein steigertje, maar uiteindelijk leggen we "met het zweet voor de kop" aan bij een hele mooie aanleggelegenheid in Veelerveen. Het is dan bijna 33 graden met wat hoge sluierbewolking en een percentage luchtvochtigheid dat meer de naam van luchtdroogheid zou verdienen: 42%. In het stuurhuis is de temperatuur inmiddels opgelopen naar zo'n 40 graden... Er is niet alleen een mooie steiger op een mooie plek tegenover het dorp, maar ook een prachtige windsingel die ons voorziet van de broodnodige schaduw. Kortom: vastknopen die schuit en met een heerlijk koel biertje in de schaduw! Zo zijn we meteen verlost van en ander probleem: het is zo heet dat de koeling van de computer het allemaal niet kan bijbenen, waardoor het ding dat onze navigatie moet verzorgen geregeld oververhit uitvalt.
Als we daar een tijdje liggen maken we kennis met onze achterburen uit Assen die ons goede voorbeeld hebben gevolgd. Zij varen met de No Prisa, een fraai schip met een Spaanse naam die "geen haast" betekent. Dat spreekt ons natuurlijk aan, want wij maken geen haast, daar hebben wij geen tijd voor.


afgelegde afstand is vandaag 11,5 kilometer, in 1 uur en 40 minuten, waarbij we 2,4 liter diesel hebben verstookt. We passeerden 3 bruggen en 3 sluizen.

Vrijdag 26 augustus 2016
Vandaag is het gelukkig koeler, alhoewel de temperatuur toch nog 29 graden op de thermometer brengt. Tot een uur of twee is het vrijwel onbewolkt, maar daarna wordt de voorspelling van de hoge sluierbewolking van gisteren bewaarheid: langzaam maar zeker betrekt de lucht. Op deze achtste vaardag van onze vakantie varen we samen met de No Prisa naar het noorden, om en om een sluis of een brug bedienend, wat de snelheid iets ten goede komt. Een tijd lang varen we om beurten voorop of achteraan, totdat de No Prisa stuurboord uit gaat naar Beerta en wij bakboord uit de steven wenden naar Scheemda. Ook op dit traject passeren we weer veel bruggen en wat sluizen en varen we zo ongeveer op de grens met Duitsland door een prachtig landschap. Tot de Bonenschanskerbrug varen we zo samen op, daarna scheiden zich onze wegen. Wij gaan bakboord uit de Westerwoldse Aa op en ontdekken al snel dat de Ulster Brug het alleen doet als je zelf van je bootje afkomt. Het was wel leuk geweest als dat ook ergens op een bordje stond... Als troost voor onze misvatting zetten we aan de andere zijde van de brug een kop koffie, waarna we om tien voor half een bij het Bulster Verlaat onszelf omhoog laten liften. We varen door naar de Rensel en passeren de spoorbrug van Winschoten, die zeer vlot bediend wordt. Het gaat allemaal voorspoedig en we denken snel aan te landen in het doel van onze reis: het haventje van Scheemda. Dat valt een beetje tegen: als we om vijf voor half twee arriveren bij de Beertster brug komt er eerst geen enkele reactie op onze marifoonoproep en pas om vijf over twee varen we door de brug. Dat krijg je ervan met die gecombineerde brugbediening... We hebben bijna drie kwartier rondjes gedraaid in het Winschoter Diep, want aanleggen gaat niet, er is geen remmingwerk. Gelukkig worden de twee volgende bruggen snel bediend, maar voor de Eexterbrug moeten we weer 7 minuten wachten. Al met al is het tien over drie als we de boot aanleggen in de jachthaven van Scheemda.
's Middags horen we van de dame die als havenmeester fungeert dat de exploitatie is uitbesteed door de gemeente. Wij denken dat het er zeker niet slechter op is geworden, maar vernemen ook dat vooral de vaste liggers daar een andere mening over op nahouden. Het blijkt dat het exploiterende stel alle havens beheert, die van Beerta, Winschoten en Scheemda.


Onze tocht naar Scheemda was 32,4 kilometer lang, duurde 4 uur en 24 minuten, kostte 6,4 liter diesel. We passeerden 11 bruggen en 2 sluizen.


Zaterdag 27 augustus 2016
Een havendag. Het is nog steeds warm, maar er staat wel een stevige wind. Dat zorgt er voor dat we na het boodschappen doen heerlijk in de schaduw kunnen vertoeven, maar ook in de zon. De dag wordt op rustige wijze doorgebracht. We doen eerst wat boodschappen in de nabijgelegen supermarkt die rijkelijk is voorzien van allerlei lekkere etenswaren. We slaan in voor een maaltijd uit onze befaamde gietijzeren kookpot, die we vanavond tussen de driepoot zullen ophangen. Daarna spoeden we ons naar de haven en nemen plaats onder de boom om wat te lezen. Na een poosje gaat de schipper aan de slag om de boot van de kalkaanslag te ontdoen (die supermarkt had ook een mooie verpakking met vijf liter schoonmaakazijn) en na deze klus zet hij zich aan de reparatie van de ritsen in de zijzeiltjes van de boot. Die zijn namelijk vergaan door de zon. Wat een slechte kwaliteit zeg: na tien jaar "al" vergaan... (Knap dat ze het zo lang hebben uitgehouden). Het lukt om de ritsen zonder zichzelf eraan vast te naaien weer aan de gang te krijgen, maar als ze 's avonds dicht moeten is het definitief einde oefening voor dit sluitsysteem: onherstelbaar kapot, niet te redden. Daar gaan we de komende tijd dus nog wel wat last van krijgen.
Aan het eind van de middag gaat de kookpot op het vuur. Eerst zoeken we een "benedenwinds" plekje op vanwege de rook (het is niet onze bedoeling de buren uit te roken) en daarna gaan de ingrediënten (kippenbouten, krieltjes en gemengde groenten) in etappes in de pan, waarna ook de schipper weer even van de rust kan genieten. We eten heerlijk, en houden voor een andere dag nog een bak eten over!
We hebben die middag ook nog een babbel met onze Duitse buren, die vlak bij ons liggen met een mooie, forse kruiser. Die hebben ze net gekocht, en ze willen hem meenemen naar Berlijn. Nee, veel vaarervaring hebben ze niet, maar wat niet is... Het lijkt ons een hele spannende onderneming: nimmer gevaren en dan naar Berlin, door het Mittellandkanal en al die andere wateren...
Die avond is het relatief snel donker en komt het onweer, dat we op de Buienradar al hadden gezien naar het noorden, en dus naar ons, toe. Het levert spectaculaire beelden van lichtflitsen, lichtaders en een stortbui op. Het gaat een groot deel van de nacht door. Niettemin slapen we als een roos, want morgen gaan we weer anker op...


Zondag 28 augustus 2016
In het logboek heet deze dag "Op naar het Daemster Daip". Dat verraadt de bestemming die we willen bereiken: Appingedam. Van een voorgaande tocht weten we dat ons weer veel van die te korte steigertjes te wachten staan, maar de dag begint met het gadeslaan van een meneer die een bootje in Blauwe Stad heeft gehuurd en vermoedelijk nooit te horen heeft gekregen dat zijn vaartuig een roer heeft. Alle manoeuvres worden uitgevoerd met de boegschroef, terwijl de boot geen gang door het water maakt. Lastig sturen dus.
Als we denken weg te gaan, komt het volgende op ons af.


rolwolk in de haven van Scheemda
Juist, een echte zogenaamde rolwolk. Nu zijn er twee dingen aan de hand: de weersvoorspelling geeft aan dat er plaatselijk nog stevige onweersbuien kunnen voorkomen en onze ervaring leert ons dat dit soort sigaren meestal zeer zwaar weer oplevert. Dus wachten we maar even af wat de weergoden ons zullen brengen. Verstandige keuze, want even later hoost het tijdens een flinke onweersbui.


Na de boegschroefspecialist (mooi scrabble-woord trouwens) en "het buitje" gaan we vanuit de haven bakboord uit naar de Trekwegklap en het Scheemder Sluisje, alles zelf te bedienen, net zoals vrijwel alle bruggen die daarna tot aan Delfzijl komen. Even ziet het er naar uit dat we niet verder kunnen: een grote boomtak is van een wilg afgebroken en hangt tot over de helft van het vaarwater. Gelukkig kunnen we er langs, anders had onze reis een geheel andere route gekregen. Ook verderop zien we dat het weer wat minder rustig is geweest dan wij in ons bootje aan de havenkade hebben beleefd, terwijl de berichtgeving ook op veel onstuimiger toestanden in den lande wijst. Maar goed, we gaan varen en komen al snel bij de volstrekt onmogelijke Tichelwaarksdraai, een draaibrug met een aanlegsteiger van ongeveer 1,50 lengte, vlak voor en vlak na de brug. Het kost ons enorm veel moeite om na de brugpassage aan te meren en de brug weer te sluiten. Dat laatste is wel noodzakelijk, want anders ben je de sleutel kwijt en kan je niet verder: de volgende brug wordt weer met diezelfde sleutel bediend. En of het niet genoeg is: die steigertjes zijn in geen tien jaar ontdaan van de alg: als het geijzeld had, zouden ze wat minder glad zijn... Weer een gemiste kans voor het Groninger watertoerisme dat zich in een geweldig mooi stukje Nederland afspeelt! We beleven spannende avonturen bij de Hamriker Klap, waar Marions broek voorzien wordt van een vette groene streep van het touw dat het plaatselijke café langs het terras meende te moeten spannen (je kunt nauwelijks van boord daar, vlak achter de brug). Een eind verder hebben we opnieuw een opgave: bij de Scheve Klap is een kort steigertje dat half in het zijkanaal ligt. Vanwege de vele regen wordt er gespuid en we hebben een stroming van zeker drie kilometer per uur op de kont in een situatie waar je niet kunt keren omdat er een hele tros werkschepen is gemeerd. Vervolgens kom je door de brug heen en moet je aan de andere zijde op een bestek van ongeveer vijf meter je boot van 9 meter naar de kant manoeuvreren en afmeren aan de steigertje van twee meter lang. Ga dan maar eens proberen als het water je zo snel mogelijk naar Delfzijl wil voeren... Maar goed, het is gelukt (anders schreef ik nu dit verhaal niet).
Ik gaf het al aan: een bijzonder mooi stukje Nederland. We varen langs de scheepswerf waar de Waarschepen werden gebouwd, in 't Waar. Mooi? Kijk maar!


de scheepswerf
Het is er heerlijk rustig, het zonnetje schijnt, de temperatuur is aangenaam, kortom: een rustig paradijsje in het noorden. Wij varen op gezapig tempo verder.












mooi Nederland






Vlak bij 't Waar ziet de wereld er bijzonder mooi en groen uit, de bomen hangen over het water en vlak voor Westeind is langs het water een heuse wijngaard aangelegd, misschien wel de noordelijkste van ons land. Op internet kan je het lezen: "Wijngaard Ol Diek" is één van de meest noordelijke wijngaarden van Nederland, gelegen op een oude zeedijk langs het Termunterzijldiep in de provincie Groningen."


Zo leer je nog eens wat. Ondertussen varen we verder in de richting van Delfzijl. Na de sluis van Lalleweer (met een verval van 91 centimeter) gaan we de havens van Delfzijl in. Dat is altijd weer een leuke tocht: je ziet de havenbedrijven vanaf de andere kant, komt vlak langs de grote schepen (als die er liggen) en ontdekt dat er midden in dat gebied ook nog een kerkje staat.


de "Naarden" in de haven van Delfzijl
 Zo varen we door de havens, gaan bakboord uit het Oosterhornkanaal in en daarna weer naar stuurboord, om het Oude Eemskanaal in te varen Na Brug 15 (waar die andere veertien bruggen zijn zou ik niet weten) moet je weer naar bakboord, om daar de Roggenkampsluis door te gaan Die sluis "doen" we in 11 minuten.



het kerkje bij Heveskes, Farmsum
in het havengebied van Delfzijl
We komen in een rustig Damster Diep, wat heel prettig is na de tocht door de havens, waar een straffe windkracht vijf stond. Bij de eerste brug over dit mooie kanaal moeten we 7 minuten wachten alvorens we verder kunnen, maar daarna gaat een brugwachter met ons mee naar de stadshaven van Appingedam. Eigenlijk zijn we moe en willen we al lang stoppen, maar de man beweert dat de steigers die we onderweg tegenkomen niet voor ons bedoeld zijn. In de gemeente-haven van Appingedam is het een gekkenhuis vanwege het shanty-festival. Daar zaten wij nou net niet op de wachten, en we varen door naar ons vertrouwde plekje achter het bejaardentehuis. Daar liggen we rustig.

In de nacht ziet ons uitzicht er ongeveer zo uit: wat lampjes aan de overzijde van het water. Als de zon de volgende dag weer schijnt, zien we de huizen aan de overkant van het water. Op het eerste gezicht lijken ze op elkaar, maar nadere beschouwing laat zien dat ze verschillen.
De bewolking op de foto is aan de zware kant en dat klopt wel: de volgende ochtend (toen de foto werd gemaakt) kenmerkt zich door een aantal regenbuien.

We varen deze dag 31,6 kilometer in 3 uur en 36 minuten. We gebruiken hiervoor 5,3 liter diesel en passeren 11 bruggen en 3 sluizen. Het havengeld in Appingedam bedroeg € 7,50.


Maandag 29 augustus 2016
Een vriendin van ons zei later dat je er een "snèverneus" van krijgt... Tja, wat wil je anders, als je volgende reisdoel de Jeneverhaven in Winsum is. Ik weet niet of die aanleggelegenheid echt zo heet, maar wel dat hij overspannen wordt door een brug die Jenerverbrug is genoemd. Die brug verbindt Winsum met Obergum. Op Wikipedia lees je daar over: "De inwoners van Obergum gebruikten de brug om in Winsum naar het café te gaan, die van Winsum gingen naar Obergum voor hun borrel, drinken in je eigen dorp deed je niet, over de brug, dat was wat anders." We hebben hier al wel vaker gelegen, maar de plek is zo leuk dat we besluiten hier een extra dag te blijven. Maar voordat we er zijn moeten we eerst weg uit Appingedam. Omdat we hebben uitgevonden dat we een lange reis voor de boeg hebben, besluiten we een keer door het Eemskanaal te varen. Dat scheelt een hele stapel bruggen, een sluis en veel aanleggen. Wij hebben dat niet alleen bedacht: een hele vloot vaart met ons mee naar de Groevesluis-Noord. Een van ons kondigt de sluiswachter onze komst aan, maar we moeten wel wachten totdat de sluis klaar is. Daarna worden we omhooggeschut (het hele feest duurt een half uur) en gaan we stuurboord uit het kanaal op. Dat ontaardt in een "gezellige wedstrijd" met een LM en wat andere zeiljachten, de Duitsers hebben zo'n haast dat ze er op hoge snelheid van door gaan. Met de hele Hollandse club varen we over het kanaal in afwisselend weer de bruggen door, in de verte zien we de haastige oosterburen.


Ondertussen zien we in de lucht ten noorden van het kanaal mooie wolkenpartijen en we constateren weer eens hoe mooi de natuur toch is. Af en toe een forse bui, afnemende wind uit het noord-westen en zo varen we naar de Oostersluis in Groningen-stad. Ook daar moeten we wachten, en wie liggen daar vlak voor ons? Juist ja, die haastige Duitsers. De schipper geeft een elastiekje zwemles,maar dat verdrinkt meteen... Als dan eindelijk het licht op groen gaat en we de sluis in kunnen besluit onze Duitse voor-buurman dat je gemakkelijk achteruit kunt knallen als je achterbuurman opvaart naar de sluis. De sukkel heeft dat helemaal nooit in de gaten gehad, en een aanvaring kan maar net voorkomen worden. Er hat das Wasser gemietet, denk ik dan maar... Ook in deze enorme sluis duurt het hele proces een minuut of dertig en daarna varen we richting Paddepoel, Dorkwerder Brug en Reitdiep. Die Dorkwerder Brug is nieuw, maar er is iets mee: veel (beroeps-)schippers schatten de hoogte verkeerd in en daardoor wordt hij nogal eens aangevaren... Ik begrijp natuurlijk helemaal niet hoe dat nou kan...


recht vooruit de Dorkwerder Brug,
aan stuurboord de ingang naar het Reitdiep
Ik heb er natuurlijk ook helemaal geen probleem mee, want vlak voor dat nieuwe kunstwerk gaan wij stuurboord uit, onder de Platvoetbrug door het Reitdiep in. Mooi vaarwater, met mooie plekken. We varen op met een Belgische vlet van een behoorlijk formaat, die ons weet te vertellen dat je daar maar zes kilometer per uur mag varen. Natuurlijk moet dat even gecontroleerd worden op onze mooie elektronische waterkaart van Stentec, en ja hoor: 6 km/h is de maximale snelheid...
We gaan verder, langs Garnwerd (we horen later dat je daar heel fijn kunt eten en overnachten, dus dat gaan we ook nog eens een keer doen) en doen ons best om vandaag Winsum nog te bereiken.
Uiteindelijk komen we - na alle bochten, mooie uitzichten en bruggen - bij Schaphalsterzijl, de zelfbedieningssluis die Reitdiep en Winsumer Diep van elkaar scheidt. Onderweg roep ik een paar keer een brug op, zodat onze Belgische buren mee kunnen blijven varen (die zijn zo hoog dat de bruggen moeten draaien, wij kunnen er wel onder door).
Na de schutting varen we verder op ons vertrouwd vaarwater en we bereiken het schilderachtige Winsum.


Wat is het toch ongelooflijk mooi, dat kleine plaatsje daar in het noorden van Groningen. Er wonen nog geen achtduizend mensen, maar die zijn volgens ons allemaal spekkoper!


Het is een goede keuze om hier een extra dag door te brengen: er zijn nog wat horeca-gelegeheden die een bezoek waard zijn volgens ons, en de voorraden zijn aan boord ook al weer aardig geslonken.


We varen vandaag 43,4 kilometer in 5 uur en 6 minuten en verstoken daar 6,8 liter brandstof voor. Er draaien 7 bruggen voor ons en we passeren 3 sluizen. De havenmeester incasseert in Winsum € 5,40.


Dinsdag 30 augustus 2016
Het werd al aangegeven: we blijven in dat mooie dorpje liggen. Boodschappen doen, "koffiën" (het lukt zowaar om een appelgebakje te scoren bij de Gouden Karper, en op zoek naar een nippel voor de waterslang, voor als we eens een keer ergens komen waar ze zo'n voorziening hebben "geleend".
Dat wordt nog een leuk gebeuren: eerst naar het dorp, waar de maandagmiddagmarkt wordt opgebouwd. Eén van de kooplieden heeft een probleem met een bloembak waar een auto tegenaan is gereden: zijn verkoopwagen past niet op de plek. Telefoneren..., telefoneren..., telefoneren... vanaf het terras slaan we de gezellige drukte gade, genietend van het schitterende weer. Dan gaan we op jacht naar "de nippel". We informeren in de plaatselijke Blokker. De aardige meneer daar heeft wel complete sets waar ook een nippel in zit (wat moet je met al die meuk, die hebben we al) maar geen losse exemplaren. Misschien heeft de Welkoop die wel, op het bedrijventerrein. Dat wordt natuurlijk een mooie wandeling... En of hij ook een leuk restaurant weet? De kaart van die Gouden vis sprak ons niet zo heel erg aan. Verschillende mogelijkheden passeren de revue (waaronder Garnwerd), maar het wordt uiteindelijk die Italiaan aan het eind van de straat. Daarna gaan we maar eens even naar het bedrijventerrein. Hé, een kringloopwinkel. Ook leuk om te verkennen. Mooie spullen, maar we brengen zelf al vaak wat weg, dus om nou weer wat te gaan kopen... Die nippel halen we uiteindelijk toch bij de Welkoop, waar Marion ook "voetdeksels" voor bij onze bus (je weet wel, die oude dame) weet te verschalken. Vol goede moed gaan we weer op weg naar onze mooie oceaanstomer, en daarna bezoeken we de plaatselijke Duitse grootgrutter (zeker geen kleintje) om de voorraden aan te vullen, nadat we hebben ontdekt dat Appie wegens verbouwing van het totale winkelcentrum van Obergum met vakantie is gegaan.
De rest van de dag brengen we door met lezen, puzzelen en genieten, totdat het tijd is voor ons Italiaanse etentje. We maken een leuke wandeling door het oude dorp. Bij de Italiaan aangekomen ontdekken we een heerlijk eenvoudig Siciliaans restaurant, dat trots de naam La Sicilia draagt. We eten er overheerlijk! Leuke bediening! Kortom: een aanradertje! Voor in totaal € 53,-- genieten we met z'n tweetjes van heerlijk Italiaans eten, besproeid met lekkere wijn, wat bier en een borrel vooraf.


Woensdag 31 augustus 2016
We verlaten het mooie Winsum weer en wenden de steven in de richting van Zoutkamp. Even buiten het mooie plaatsje "duiken" we het smalle Mensingeweerster Loopdiep in. Onderweg komen we wat recent aangelegde walletjes tegen, en even voorbij Mensingeweer wordt een geheel nieuwe brug gebouwd. Dat is wel nodig (de oude brug daar is al jaren in een soort van stalen corset gehuld en flink verzakt), maar het is eigenlijk niet aangegeven dat je ineens een dam dwars door het vaarwater aantreft. Voor dat we daar zijn ziet de schipper nog een blauwe schicht: een ijsvogeltje. Dan komt dus die dam, maar gelukkig is er ook een doorgang die pijlsnel wordt vrijgemaakt, zodat wij onze weg kunnen vervolgen naar de Sluis Abelstok. Ook hier mogen we het weer geheel zelf doen! Maar eerst hebben we dus bij die bouwplaats voor die nieuwe brug even de paniek van "straks moeten we het hele eind terug"... Gelukkig niet dus. Na de sluis gaan we stuurboord uit en varen rustig verder, genietend van het Groninger landschap, dat er hier weer heel anders uit ziet dan bij Ter Apel, Bourtange of Appingedam. Leuk, die afwisseling! Vroeger leerden we dat dit het "hoge land" was.  We komen langs Wehe-den-Hoorn, het dorp met niet alleen maar mooie huizen, maar ook huizen-met-mooie-achtertuinen. Zo varen we verder, totdat de schipperse roept dat dit wel een leuk plekje is...
We meren meteen aan, bij een klein steigertje bij 't Stort. Een "één-persoonssteigertje" zal ik maar zeggen: een meter of tien lang, precies geschikt voor onze boot. Vlakbij de brug en het Warfhuister Loopdiep, in "the middle of nowhere". Heerlijk rustig, mooi weer, wat wil een mens nog meer?
De schipperse gaat een eindje lopen om de omgeving wat te verkennen en de schipper houdt zich bezig met het lezen van een uitermate spannend verhaal. Uiteindelijk zitten we allebei op de kant in de schaduw, want het zonnetje jaagt de temperatuur weer behoorlijk op. Bovendien zit zo'n campingstoeltje ook wel weer eens lekker, zeker als je in de schaduw kunt verblijven. Maar ook aan boord is het goed toeven: een mooi uitzicht via het achterschip in de richting van het nog te bereiken Zoutkamp is daar ons deel.


We bekijken de fietsers, de vogels en de vliegtuigen die langs komen, en af en toe een auto. Verder gebeurt er weinig op dit mooie plekje. Ja, af en toe een bootje dat ons passeert.


Onze vaartocht van vandaag was 11,8 kilometer lang en duurde een uur en 42 minuten. Veel brandstof kostte dat niet: er ging 2,3 liter uit de tank. We voeren door één sluis.


Donderdag 1 september 2016
Je zou het niet zeggen, maar vandaag begint de metereologische herfst. Rond 12 uur is het 25 graden, de windkracht is dan aangezwollen tot wel 3 Beaufort... Een lichte koelte, zou de zeeman zeggen, en het moet hem toegegeven worden: dat beetje wind was lekker verkoelend... Het lezen van het uitermate spannende verhaal is afgerond, en dus kan er ook wel weer verder gevaren worden. Vandaag hopen we dan toch in Zoutkamp aan te komen. Dus gaan we rond 10:00 uur anker op, om 251 graden te koersen, op weg naar het wereldcentrum van de garnalenhandel, althans de Nederlandse garnalenhandel. Zo keren we de Hellenstertil de rug toe en varen we door het hoge land naar het garnalen-plaatsje aan het Lauwersmeer. Vlak voordat we in Zoutkamp arriveren moeten we nog even door de Hunsingobrug en we besluiten om meteen maar even te gaan bunkeren in Jachthaven 't Hunzegat: we hebben diesel en water nodig. In het zonnetje wachten we totdat de havenmeester op zijn fiets komt aangeracet (de snelheid was wat minder dan dit woord doet vermoeden), en de beide tanks worden gevuld. Daarna varen we weer weg, onder de Reitdiepbrug door en dan meteen bakboord uit het havenkommetje bij ZK 86 in. We knopen heel Zoutkamp vast aan de boot en de schipperse gaat een tafeltje regelen, want we hebben bedacht dat je hier heel erg lekker kunt eten. We bestellen een tafeltje in de serre, zodat we uitzicht hebben op onze boot en het vaarwater van het Reitdiep. De rest van de middag gaat "verloren" aan de aanschaf van dezelfde "voetdeksels" die we in het wit al voor het meisje hadden aangeschaft in Winsum (de schipper krijgt grijze, past beter bij de haarkleur) en aan boodschappen (aanvullen van de voorraden, zodat we kunnen blijven genieten van onze vaartocht). Zoeken hoeven we niet, we weten de weg in het oude vissersplaatsje. In de loop van de middag kijken we nog eens even naar een mooie klassieke kruiser die vlak bij ons meert en we laten de jeugd uit de omgeving van 't Stort, waar we de afgelopen nacht doorbrachten, langszij liggen. Met hun rubberbootjes zijn ze "helemaal" naar Zoutkamp gekomen voor een ijsje... En natuurlijk maken we even gebruik van de prima douchegelegenheid aan de overzijde van de weg.
's Avonds genieten we - bij het licht van de ondergaande en zeer warme zon - van een voortreffelijk diner met een heerlijk glas wijn bij ZK86, ook wel de Deurenloods geheten.


We varen vandaag 8 kilometer in 1 uur  en 12 minuten, verstoken 1,7 liter diesel en passeren 1 brug. Het havengeld in Zoutkamp bedraagt € 8,70 en we moeten € 3,-- toeristenbelasting betalen.


Vrijdag 2 september 2016
Onder bewolkte omstandigheden steken we 's ochtends om tien voor half elf van wal om "de grote oversteek" te maken: we gaan naar de andere zijde van het Lauwersmeer, naar Dokkum. Dat is althans de bedoeling. We hebben een abonnementje op de vaarberichten van Rijkswaterstaat, en de schipper heeft gezien dat dit plan vrijwel zeker bijgesteld moet gaan worden: er is namelijk van alles te doen in Dokkum. Maar voordat het zover is varen we via de Zoutkamper Ril en de Slenk naar het meer, dat onder een zuid-westelijk windje kracht 4 wordt overgestoken. Het zicht is goed, net als de temperatuur (rond de twintig graden), maar de bewolking neemt steeds verder toe. De overtocht zelf duurt een half uurtje, maar als je de "aanloop" en de "uitloop" er bij telt, ben je anderhalf uur onderweg me onze snelheid van rond de 4,3 knopen (8 km/h). Tja, haast... (hebben we nooit, we genieten). Als we aankomen bij de Willem Lorésluis moeten we een klein kwartiertje wachten, en daarna varen we het Dokkummer Grootdiep op. Onderweg besluiten we een flink stuk heel langzaam te varen omdat we geen zin hebben om aan te leggen voor de Woudabrug tussen Engwierum en Ee. Zo "tutteren" we verder met een tempo van rond de 4,5 of 5 km/h. Na de Woudabrug gaat het verder, totdat we bij Dokkum arriveren. De ingang van de Admiraliteitshaven is gesperd, en we zien dat de haven vol ligt met sleepboten en andere vaartuigen. Ieder plekje tussen die ingang en de Woudpoortsbrug is bezet en we besluiten de rust van Burdaard op te zoeken. Maar dan moet je eerst door de Woudpoortsbrug, en die gaat net voor onze neus dicht, ondanks dat de brugwachter ons ziet aankomen. Of zou dat nu toch een situatie zijn van "ze zien je aankomen"? Aanleggen kan daar niet en we hebben best wat last van de wind, maar na tien minuten hard werken om op je plek te blijven mogen we dan toch verder. Het aardige is dan natuurlijk dat we met de schepen die ons net voorgingen voor de Altenabrug komen te liggen, die wel 660 meter verderop ligt... En kijk: daar ontmoeten we ook de LM weer waarmee we op het Eemskanaal zo leuk een "wedstrijdje" hebben gevaren. Leuk, even een babbel en dan gaat de brug open. Op naar de Ie-brêge, een paar honderd meter verder. We knopen maar even vast, totdat de brugwachter ons verder helpt, en dan stomen we op naar Burdaard. Voorbij de tweede brug meren we aan de kade aldaar. Het is dan 16:00 uur.
Als we even liggen, gebeurt er iets ongelooflijk knaps. We hebben ongeveer 300 meter kade beschikbaar voor mede-watersporters. En dus komt de buurman op 50 centimeter achter ons liggen. Scheldend en tierend legt het echtpaar aan... en dus lijkt onze rust naar de maan. Hoofdschuddend om zoveel onbenul gaan we maar een koffie halen bij het hotel-restaurant bij de brug. Leuke plek, daar gebeurt best het een en ander. Zo arriveert een heel gezelschap elektrische fietsers (waar is de tijd gebleven dat je nog "gewoon" kon gaan fietsen?).
's Avonds eten we aan boord.


De vaarroute van vandaag was 36,5 kilometer lang, we hebben die afstand in 4 uren en 18 minute afgelegd. Dat kostte 5,7 liter brandstof. We passeerden 8 bruggen en 1 sluis. In Burdaard moesten we € 2,00 bruggeld betalen.


Zaterdag 3 september 2016
Zoals te doen gebruikelijk in dit deel van ons mooie land varen we weer op bekend terrein. ook het reisdoel van vandaag is bekend: we gaan naar Earnewâld. Er wacht ons een mooie tocht over de Dokkummer Ee en de Bonkefaert aan de noordzijde van Leeuwarden. En dan langs de oostkant van de stad (voor het huis van onze Fiat-vriend Julius langs) naar het zuiden, over het Ouddeel en het Langdeel, via 't Hempens en de Langesloot naar het watersportcentrum van de Westers. Het zonnetje schijnt, de temperatuur is aangenaam (21 graden) en de aanblik van het voorbijglijdende landschap fraai. Wat wil een mens nog meer? We passeren het wereldberoemde bruggetje van Bartlehiem, varen daar rechtdoor (en gaan dus niet via Oudkerk, want daar waren we in juni al) en komen uiteindelijk, voorbij Lekkum en Sakkerburen na een hele scherpe draai naar bakboord onder een klein brugje door op de Bonkefaert. Dit is historisch vaarwater, want op driekwart van de te varen afstand hier ligt de finish van de Elfstedentocht. Aan de stuurboordkant van het vaarwater is een klein monument opgericht waarop de gehele route staat afgebeeld. Aan de bakboordzijde ligt een nieuwbouwwijk met wat luxere woningen, aanlegplekken en wat-al-dies-meer-zij. Dan, aan het eind gaan we stuurboord uit en weten nog net een stel sukkels te ontwijken die achter de brugpijler hun boot hebben stilgelegd... Tja als je alleen over één hersencel beschikt en als die dan ook nog kapot is... Gelukkig gaat het allemaal net goed en kunnen we doorvaren. Zo gaan we langs de oostkant van Leeuwarden en na de wijk Camminghaburen en de bedrijven gaan we weer stuurboord uit, om uiteindelijk het Van Harinxmakanaal over te steken. Aan het einde van 't Hempens varen we over het akwadukt (zo heet zo'n ding nu eenmaal in Fryslân, in de rest van ons land noemen ze dat een aquaduct) en gaan bakboord uit. Onderweg rekenen we uit dat ons vaartochtje gaat eindigen voor de brug in Warten, waar dan volop middagpauze gevierd zal worden. Om die reden besluiten we om koffie te maken op PR03, de aanlegplek die in het Langdeel bij Warstiens is aangelegd. Om bijna 13:00 uur gaan we weer verder, op weg naar Warten. Daar passeren we vlot de brug en belanden in een spannend avontuur. Dwars over het vaarwater ligt een grote huurkruiser. Die komt - zoals de echte schipper zegt - overstuur uit de jachthaven gevaren (kijken hoeft niet, je bent toch veel groter) en blokkeert alles. Overigens: die schipper was vrijwel zeker ook wel in de war, maar "overstuur" bij een schip betekent gewoon "achteruit". Vervolgens gaan het ding gewoon allerlei manoeuvres uithalen, er zorgvuldig voor zorgend dat er nog geen roeiboot langs kan. Aanroepen helpt niet, de volledige bemanning is òf autistisch, òf stokdoof (en ook nog stekeblind). Na al dat gemanoeuvreer vaart het schip dodelijk traag midden in het vaarwater naar de volgende brug en blokkeert daar weer alles. Uiteindelijk weet de schipper van de Beereboot het gevaarte nog voor de oversteek van het Krûswetter te passeren, zodat we rustig kunnen doorvaren naar Earnewâld. 't Was dus weer eens bijna raak, het wordt tijd dat er een verbod komt om varen zonder kennis of kunde...
Om kwart voor twee glijden we een box in van de gemeentelijke passantenhaven in Eernewoude. Na alle plichtplegingen vervoegen wij ons bij Westersail voor wat biertjes. Daarbij voeren wij de bekende stoelendans uit (van het ene naar het andere tafeltje verhuizen).





Omdat we hebben besloten dat we hier twee dagen blijven, wordt er direct voor twee dagen "geboekt" bij de havengeldautomaat. Jammer dat er geen havenmeester meer langskomt, maar dat verwacht wordt dat je via de automaat je havengeld betaalt. Vroeger, toen Ymre Mulder de havenmeester was, kwam hij strak in 't pak langs en was de gehele haven smetteloos. Hij had altijd wel tijd voor een praatje. Jammer dat die tijd voorbij is.


De gevaren afstand vandaag bedraagt 28,2 kilometer, die we in 3 uur en 36 minuten hebben overbrugd. Dat kostte 5,2 liters diesel. We passeerden geen bruggen of sluizen die bediend moesten worden, en betaalden (inclusief toeristenbelasting) € 12,-- havengeld.


Zondag 4 september 2016
We blijven in Eernewoude. Er is slecht weer voorspeld: het zal een herfstachtige dag worden met veel wind en veel regen en een lage temperatuur. Die dag wordt het weer eens bewezen: thuisblijvers hebben altijd ongelijk! Het zicht is weliswaar matig en het regent geregeld, maar de temperatuur is met 20 graden niet verkeerd en ook de wind komt niet verder dan kracht 4 uit het zuid-westen. Wij hebben bij "herfst" andere beelden... Om onszelf te troosten gaan we maar een tafel reserveren bij Westersail en we eten die avond ook weer heerlijk. En voor de rest? We houden onszelf bezig met kijken naar de zwaluwen op de steiger, en met het vangen van zo'n beestje omdat die in zijn jeugdige onbezonnenheid zomaar de kajuit was ingevlogen... De zwaluwen wonen precies onder onze steiger...






's Avonds genieten we van een eenvoudige maar voedzame maaltijd bij Westersail.
We hebben die middag ook nog even een rondje door het dorp gewandeld. De geldautomaat in het dorp is verdwenen, de bank vond dat niet meer nodig. Fijn, die banken die steeds minder voor de mensen doen. Ze helpen een heel dorp gerust aan het einde...

Maandag 5 september 2016
We hebben al meer dan een week een probleem met onze zij-zeiltjes. Een van de twee gaat niet meer open of dicht, als je het gangboord in wilt, moet het hele ding open en als het gaat regenen, krijg je het zeiltje bijna niet dicht. De rits is na twaalf jaren in de zon "al" vergaan, en doet het dus niet meer. Aan de andere kant van de boot is het bijna net zo erg gesteld, dus we moeten naar een zeilmakerij. Nou was de schipper daar in Scheemda al mee bezig, maar pas in Grou zit een bedrijf vlak aan het water: Molenaar. Daar gaan we dus maar naar toe en dan zullen we vervolgens wel zien hoe het verder gaat. Maar voor dat het zover is, varen we eerst door de Alde Faenen en de Sitebuorster Ee naar het leuke plaatsje met de Sint Piter. We vinden inderdaad een mooi plekje, vlak voor de zeilmakerij, nadat we ons onderweg hebben afgevraagd of het allemaal wel zal gaan lukken. Natuurlijk hebben we weer te maken met een mede-waterweggebruiker die het er allemaal niet mee eens is (hij wil met zijn open zeilboot weg), maar die heeft even pech. Rond een uur of kwart voor elf meren we daar af. De schipper gaat informeren en komt terug met de boodschap dat ze daar geen tenten maken, maar dat we beter bij de vestiging van hetzelfde bedrijf kunnen gaan die dat wel doet. En zo komen we bij de tentenmakerij van Molenaar. Het is heel even zoeken (even terug naar de Nauwe Galle, onder de Gallebrêge door bakboord uit, langs de schiphuizen, stuurboord uit, onder Biensma's Brug door en dan rechtuit oversteken, meteen op de hoek aan stuurboordswal), maar om half twaalf knopen we de wal vast aan het schip (of andersom) en we gaan op onderzoek uit. Even later gaat de schipper terug met het zeiltje onder de arm en nog weer even later is de afspraak gemaakt: rond half twee zal de zaak "gepiept" zijn en hebben we nieuwe ritsen. Terwijl daaraan gewerkt wordt (de middagpauze zit er ook  nog tussen), gaan we even naar het dorp, kijken of we aan elastieken kunnen komen ter vervanging van het ding met het haakje dat zwemles kreeg bij de Oostersluis en zo jammerlijk verdronk. Niet dus... Dan maar water innemen en een "bammetje" klaar maken. De schipperse doet enkele boodschappen en even later gaat de schipper pinnen, want de afsprak is dat cash betaald zal worden. Daarna varen we terug naar de tentenmakerij en voor € 50,-- zijn wij weer helemaal "'t mannetje": keurig gemaakt, alsof het altijd zo heeft gezeten!
 
De schipper heeft nog even contact via de marifoon met de Luxe Motor die ons achterop komt, een schip voor de pleziervaart. Die loopt ons mooi voorbij. Nog bij Grou proberen we nog even een huurkruiser de grond in te boren (al weer zo'n sukkel die meent nergens naar te hoeven kijken en die zomaar de haven uit komt stormen), om vervolgens over een knobbelig Prinses Margrietkanaal de Kromme Knilles te bereiken. Een kleine 20 minuten later varen we voor € 2,-- door de Meinesleatbrêge en korte tijd daarna knopen we vast aan de steiger van aanlegplek SN06B: tegenover het Kameleon-Avonturenpark, met een riant uitzicht op de Terhernster Puollen.

Terhernster Puollen vanaf SN06B

Vandaag hebben we 32,8 kilometer gevaren in 3 uur en 54 minuten. We hebben 5,5 liter diesel gebruikt en zijn 1 brug gepasseerd.








Dinsdag 6 september 2016
We komen steeds dichter in de buurt van de thuishaven. Vandaag gaat de reis naar Echtenerbrug. Maar eerst moeten we door de Sanesleatbrêge, en dat wordt nog een aardig klusje. Net als wij voor de brug liggen te wachten hoort de schipper op de marifoon dat van de andere zijde een vrachtschip aankomt. Nou, dan wacht de brêgewipper nog wel even. En dus maken we maar even vast aan het remmingwerk. Het motorjacht voor ons heeft kennelijk niet zo'n "lul-ijzer", want die blijven vlak voor de doorvaartopening liggen. 't Is ook wel wat verwarrend: het licht stond al op rood-groen en ging ineens weer op rood. Dan doemt aan de andere zijde een diepgeladen vrachtschip op en begrijpen ook zij de toestand. Je zou verwachten dat dat schip dan eerst door de brug mag, maar dat is toch niet zo: wij gaan eerst, en dan vlak voor het vrachtschip langs. Want dat vaart heel langzaam naar de brug toe. Ik zoek nog even contact met de brugwachter, maar die meent heel laconiek "je hebt toch rood-groen?". En dat op een toon van "Wat zeur je nou?". Terwijl de schipper denkt dat even met elkaar overleggen gewoonweg veel verstandiger is. Na dit verhaal varen we door de Terhernster Sluis het Sneeker Meer op, in de richting van Gossepalen. Via een klein stukje Jouster Faertsje komen we in de Dolte, waar we uiteindelijk (je zou zeggen: gewoontegetrouw) stuiten op het kabelpontje dat aan het oversteken is. Wachten dus. Van de andere zijde komen, als het pontje aan de overzijde is enkele sloepen en die vinden dat ze eerst mogen, want ze kwamen het laatste aan... Ongeschonden bereiken we de Langsturter Poel, het Jentsje Mar (waar we nog een sportieve confrontatie met een Valk hebben), en via de Fammens Rakken, de Langweerder Wielen en de Scharster Rijn bereiken we om tien voor een het Tsjûke Mar. Veertig minuten later hebben we de boot aan de steiger bij De Meerkoet gemeerd. We betalen ons havengeld en bezoeken onze "vriendin" Dikke Tût.

De tocht van vandaag was 26 kilometer lang, duurde 3 uur en 30 minuten en kostte 5,1 liter diesel. het havengeld in Echtenerbrug bedroeg € 12,00 inclusief toeristenbelasting.

Woensdag 7 september 2016
De volgende dag gaan we verder. We hebben besloten dat we naar de Driewegsluis zullen gaan, maar de route er naar toe hebben we nog niet gevaren: via het Tjeukemeer. We wenden dus de steven naar het noord-westen en gaan voor de dam in het meer stuurboord uit om op een noord-oostelijke koers uit te komen. Zo varen we 3,3 kilometers in die richting, gaan onder de Ruitenschildtbrug door de Broerensloot in. Aan het eind komen we op de Tjonger, en we gaan vervolgens bij de Helomavaart bakboord uit. Tja, en dan zijn we ineens met een aantal andere schepen, waarvan er sommige ook haast hebben. Dat werkt natuurlijk niet, de brugwachter van de twee bruggen houdt het goed in de gaten en spaart de schepen op voor zo weinig mogelijk openingen. Bij de Driewegsluis meren we aan de punt van het insteekhaventje aan de oostzijde van het paviljoen. Het is weer van dat geweldige weer: twee zonnen aan de hemel, de wind recht van boven en de bovenkant van de thermometer eraf geknald. Noodweer voor de zeilers, te warm voor ons, en dus zoeken we op het terras van het paviljoen de schaduw (net als al die andere bezoekers), verkassen af en toe om in de schaduw te blijven, helpen een echtpaar ook aan een plek uit de zon en genieten ondertussen van een koel pilsje. Mooi plekje! We eten 's avonds aan boord, maar voor dat het zover is, drinken we nog gezellig een borrel en ziet de schipper drie ijsvogeltjes die krijgertje met elkaar spelen. Eigenlijk is het jammer dat we 's avonds aan de verre horizon de windmolens in het IJsselmeer kunnen zien: een hele rij witte knipperlichtjes die, als het donkerder wordt, naar rood verschieten.

We hebben vandaag 17,7 kilometer gevaren en hadden daar 2 uur, 18 minuten en 3,3 liter diesel voor nodig. Er hebben 2 bruggen voor ons "gedraaid". Het havengeld aan het eiland bedroeg € 7,60 inclusief toeristenbelasting.

Donderdag 8 september 2016
We moeten nog even boodschappen doen, en besluiten dat dat mooi kan in de supermarkt met het knalgele logo (ik heb altijd gedacht dat olifanten grijs zijn) in Steenwijk. Dus gaat het na de Linthorst Homansluis achter een huurboot aan naar Ossenzijl, waar we vrij vlot door de brug kunnen. Ware het niet dat de huurbak tergend langzaam door de brugopening schuift. Na de brug gaan we bakboord uit het kanaal Steenwijk-Ossenzijl in, om meteen al weer voor de volgende brug te liggen. Maar die gaat, ondanks dat 'ie net omlaag ging na een opening, meteen weer open voor ons. Toch fijn dat de provincie Overijssel weer brugwachters op de bruggen heeft gezet. Zo gaan we vrijwel zonder oponthoud naar Steenwijk. Onderweg zien we allerlei moois: vogels, landschap, vee, bootjes, noem maar op. We meren in de gemeentelijke passantenhaven van Steenwijk, zwaaien naar de havenmeester die er ook net even is en gaan van boord. We lopen de stad in en gaan koffie halen op het terras van Zus en Zo, op de rand van de markt. We bestellen er appeltaart bij, maar die is niet beschikbaar... Na die versnapering slaan we het een en ander in en gaan vervolgens weer aan boord. We stouwen alles weg en vertrekken uit de stad naar het leuke aanlegplekje dat wij "tussen de bruggen" hebben gedoopt. Daar genieten we de rest van de dag van het weer en de koelte van de schaduw van de bomen.

Een vaartocht van 22,8 kilometer, die we in 3 uren hebben afgelegd en die 4,1 liter brandstof heeft gekost. We passeren 6 bruggen en 1 sluis. Het bruggeld betalen we morgen...

Vrijdag 9 september
De laatste vaardag van deze vakantie: we gaan naar de thuishaven. We vinden het allebei erg jammer, want we hebben een hele mooie tocht gemaakt en schitterend weer gehad. Vanuit onze aanlegplek varen we naar de Kooiwegbrug, betalen € 2,10 bruggeld en gaan richting Blokzijl. De sluis aldaar geeft 25 minuten vertraging, maar ach, de vaartocht vergoedt veel. De temperatuur loopt op naar 26 graden, maar de barometer zakt en de bewolking neemt toe. Af en toe miezert het wat, maar over het algemeen blijft het redelijk weer. Via Vollenhove en het Kadoeler Meer bereiken we het Scheepvaartgat, om via Goot en Ganzendiep bij de Ganzensluis aan te landen. Om even voor drie meren we af in onze box, en is aan een vaartocht van drie weken een eind gekomen.
Morgen en zondag is er feest aan de haven: het jeugdzeilen wordt afgesloten met zeilwedstrijdjes en lekker eten. Op dat lekkere eten kunnen we natuurlijk niet wachten: we eten bij het Argentijnse restaurant in de Voorstraat in Kampen (Los Ché).
De boot wordt op zaterdag uitgepakt, en het eerste transport gaat naar huis. Ondertussen maakt de schipper schoon schip. Wij blijven nog tot zondag, nemen dan de laatste spulletjes mee en gaan naar huis, nagenietend van een bijzonder mooie vakantie met extreem mooi weer.

Deze laatste vaardag was 36,3 kilometer lang, duurde 4 uur en 36 minuten en kostte 6,6 liter diesel. We betaalden € 2,10 bruggeld.

We hebben deze vakantie 470 kilometer gevaren. Er zijn 98 bruggen voor ons open gegaan en we zijn 35 keer geschut. We hebben in totaal bijna 60 uren gevaren en in die tijd hebben we 83,5 liter diesel verstookt.





































Geen opmerkingen:

Een reactie posten